Tot in maart van dit jaar had ik een blog over goede en slechte mensen (vooral veel slechte mensen, eigenlijk, maar ook een paar goede). Tot een slimme advocaat opmerkte dat ik een foto (die al op tientallen andere plekken op het internet stond) had “gepubliceerd”. Ik begreep dat je foto’s mag “citeren” of “embedden” (zie hier), maar niet mag copiëren. In het laatste geval pleeg je een inbreuk op het auteursrecht, maar in de eerste twee gevallen niet. Dom natuurlijk, dat ik me daar nooit in verdiept had. Zo was ik een makkelijke prooi voor een advocaat die geld zag. Eigen schuld, dikke bult. Vervolgens ben ik weken bezig geweest om van alle gecopieerde afbeeldingen embedded versies te maken. Geen probleem, want zo moest ik ook weer eens de ruim duizend blogs doornemen. Er zaten hele leuke tussen, jammer eigenlijk dat er niet meer bezoekers op deze site afkwamen. Dat was al een reden om me af te vragen of ik er niet beter mee kon stoppen.
Eerst ten strijde tegen collaboratie
Waarom was ik ook alweer met dat blog begonnen? Omdat te veel slechte mensen de dans ontsprongen: zij konden nog zulke slechte dingen doen, elders konden ze gewoon weer opnieuw beginnen zonder een behoorlijke straf te hebben gekregen. Gerrit Zalm was voor mij het prototype van zo’n slecht mens. Hij had collaboratie gepleegd met superslecht mens en bankier Dirk Scheringa die de klanten van zijn DSB met wurgcontracten in problemen bracht. Zalm had daar in dienst van Scheringa niets tegen gedaan, maar kon daarna toch directeur van Abn/Amro worden en blijven toen het immorele winstmodel van Scheringa in de publiciteit was gekomen. Zalm is nu zelfs rijk en gerespecteerd, hij heeft commissariaten. Het echec van DSB (die in 2009 alsnog failliet ging, Zalm was net op tijd vertrokken) is niet aan hem blijven kleven.
Collaborateurs zijn hele slechte mensen. Mensen, zoals Maurice Papon in Frankrijk die in WOII verantwoordelijk was voor de deportatie van meer dan 1500 Joden, maar zich heel snel na de oorlog gewoon weer hoge functies in had gepraat (en daar ook weer gruweldaden beging). Hoe kun je zulk gedrag met je geweten verantwoorden? Heel eenvoudig, deze mensen hebben geen geweten, zij weten alles naar zich toe te redeneren, zoals ook Papon die tegen het eind van zijn leven beweerde dat hij zijn land naar eer en geweten had gediend.
Tegen die gewetenloze schurken wilde ik ten strijde trekken. Het was onzin, natuurlijk. Ten eerste is niet iedereen zo slecht als Papon (ook Gerrit Zalm niet). Ten tweede, zelfs als ze dat wel zijn, zal iedere kritiek van ze afglijden: zij denken immers (zie Papon) dat ze goed gedaan hebben. Ten derde, de meeste mensen zijn niet geïnteresseerd in de slechtheid van hun medemensen. Zij stellen het meeste belang in zichzelf. Ten vierde, het helpt niet. Als iemand in genade is aangenomen (zie Gerrit Zalm), zal niemand eraan denken hem/haar alsnog af te vallen. Dan lijden de ‘genadegevers’ namelijk zelf erg veel gezichtsverlies.
Daarna de wereld verbeteren
Het wordt dus tijd voor iets anders. Laten we eens gaan kijken of er ook nog pogingen gedaan worden de wereld te verbeteren. Het spreekwoord zegt natuurlijk dat je bij jezelf moet beginnen, maar in mijn geval is dat een hopeloze exercitie. Natuurlijk moet de wereld verbeterd worden, maar ik ben niet de persoon die de kar zou kunnen trekken. Dus, ik zal kijken hoe anderen dat doen of hoe instituties die de wereld willen verbeteren functioneren. Het zal niet altijd hallelujah zijn, vrees ik, want veel pogingen om tot verbeteringen te komen, leiden tot het tegendeel. Maar daar gaan wij niet cynisch over doen (hoop ik). Wij zullen het geheel van positief commentaar blijven voorzien en (indien mogelijk) tips voor verbeteringen suggereren. Of er voldoende goede cases te vinden zijn? Ik zou het niet weten, maar als er te lang niets langs komt, kan ik nog naar de pogingen van verbeterdewereld zelf gaan (zie het logo hiernaast). Dat moet leerzaam zijn.
Het voorlopige programma
Momenteel heb ik, voor een start, drie onderwerpen op het programma staan. Het eerste onderwerp gaat over pleeggezinnen: er zijn mensen (meestal echtparen) die in hun huis kinderen opvangen die door hun eigen ouders worden verwaarsloosd of misbuikt. Daarmee krijgen die kinderen kans op een ‘normale’, beschermde jeugd. Verbeteren die pleegouders daarmee de wereld? Jazeker, gegeven de wereld zoals die is, is dat een prijzenswaardige activiteit. Maar zou de wereld niet zo veranderd moeten worden dat pleeggezinnen niet langer nooig zijn?
Het tweede onderwerp gaat over toezicht. Dat lijkt misschien niet zo’n spannend onderwerp, maar toezichthouders kunnen wel degelijk de wereld verbeteren, namelijk als zij ervoor zorgen dat de mensen waarop zij toezien beter gaan functioneren. Dat is lang niet altijd het geval, helaas, maar daar kan wat aan gedaan worden.
Het derde onderwerp dat op mijn lijstje staat is de het instituut van de Verenigde Naties (VN). Als er een instituut is dat de wereld zou kunnen verbeteren, dan is het de VN wel. Helaas, bij voorbaat, vrees ik dat hier enig cynisme niet te vermijden is.