Mijn blogpost over behandelaren in de jeugdzorg die geen onderscheid tussen lichte en zware zorg wensen te maken, had ik via LinkedIn onder de aandacht gebracht. Dat werkte kennelijk, want er werd gereageerd, vooral door psychiater Wilbert van Rooij. Hem had ik er in mijn post van beschuldigd dat hij de bedoeling van de regering verdraaide. Dat vind ik nog steeds, hij verzuimde hier te vermelden dat de staatssecretaris van VWS, Maarten van Ooijen, wil dat er minder lichte zorg wordt verleend. Dat kan door de jeugdhulpplicht te beperken, zodat er meer ruimte komt voor zware zorg. Van Rooij deed alsof staatssecretaris Van Ooijen alle jeugdzorg wilde terugschuiven naar de burgers. Wie de brief van 13 mei 2022 van de staatssecretaris van VWS had gelezen, had kunnen weten dat dat niet de bedoeling was.

Waarom de jeugdhulpplicht beperkt moet worden

In deze post bespreek ik nogmaals de reden waarom het goed is de jeugdhulpplicht te beperken. Zo’n beperking zal onvermijdelijk gaan betekenen dat veel lichte zorg niet meer op kosten van de gemeente kan worden gebruikt. Dat dit goed is, heb ik uiteraard niet zelf verzonnen. Diverse commissies hebben daar al beschouwingen aan gewijd. Voortgaan op de huidige weg waarbij de gemeenten vooral veel lichte zorg financieren, beschouwen de rapporten van deze commissies als onhoudbaar. De rapporten van die commissies worden kennelijk slecht gelezen.

En ja, laten we ook nog even de bestuursvoorzitter van Menzis, Wouter Bos, aan het woord laten:

“Er zijn veel vrijgevestigde psychiaters die als zzp’er goed verdienen aan lichte zorg in plaats van dat ze in een instelling complexe zorg verlenen. De kwetsbaarste mensen zijn daar nu het slachtoffer van.”

Wouter Bos in De Volkskrant

We zullen echter ook zien dat de manier waarop de staatssecretaris tot een besluit wil komen – samen doen, maatschappelijk debat, iedereen mee krijgen – hoogstens tot een flauw compromis zal kunnen leiden. Deze post is dus weer een algemeen verhaal. In een volgende post hoop ik echt in te gaan op de specifieke reacties op mijn eerdere post.

Jeugdhulp, geen jeugdzorg

Bron: nji.nl

Laat mij echter eerst een mea maxima culpa schrijven. In mijn blog sprak ik telkens over ‘jeugdzorg’, terwijl ik eigenlijk alleen maar jeugdhulp bedoelde. Ik had het dus niet over de jeugdreclassering of over de jeugdbescherming. Mijn inhoudelijke expertise – die ik volgens Van Rooij niet heb – dank ik aan het lidmaatschap van gemeentelijke rekenkamers. Binnen die rekenkamers doen en deden we onderzoek naar het functioneren van de door de gemeenten gefinancierde zorg, zoals WMO en jeugdhulp. Dan krijg je toch wel aardig een idee wat er daar goed, maar ook wat er fout gaat.

Het is mij bekend dat er ook in de jeugdbescherming van alles fout kan gaan, vooral als er op een of andere manier een vechtscheiding bij betrokken is. Hoewel de gemeenten niet alleen voor de jeugdhulp, maar ook voor de jeugdreclassering en de jeugdbescherming (financieel) verantwoordelijk zijn, spelen zij bij de verwijzing daarvan nauwelijks een rol. Het is hier eerder de rechter die beslissend is voor de uiteindelijke verwijzing. Bij de verwijzing van de jeugdhulp spelen de gemeenten wel een grote rol, hoewel ook huisartsen kunnen verwijzen, op kosten van de gemeente.

Jeugdhulpcrisis is herhaling van WAO-crisis

Dan nog een ander uitstapje, namelijk naar de discussie over de WAO in de jaren 1990. De toenmalige WAO-crisis heeft veel weg van de huidige jeugdzorgcrisis. Het aantal mensen dat ‘arbeidsongeschikt’ was, liep van jaar tot jaar verder op. Er was echter het sterke vermoeden dat niet alle WAO-ers ‘echt’ arbeidsongeschikt waren. Het leek erop dat werkgevers en werknemers tezamen de WAO als een sociale vervroegd-pensioenregeling misbruikten. Dat was echter moeilijk aan te tonen omdat de wet geen duidelijke en concrete omschrijving gaf van arbeidsongeschiktheid.

Ikzelf mengde me toen ook in het maatschappelijke debat. Van vakbondsmensen kreeg ik dan wel eens te horen dat ik me daar niet mee hoorde te bemoeien. Ik had immers nooit in een fabriek gewerkt. Hoe kon ik dan beoordelen of iemand ten onrechte was afgekeurd? Dat klopte, ik kon dat niet beoordelen. Maar er was in feite niemand die dat kon beoordelen, ook de vakbondsbestuurders niet. De wet ging er min of meer vanuit dat iedereen wel wist wanneer iemand arbeidsongeschikt was. Dus was het ook niet nodig om een duidelijke definitie van arbeidsongeschiktheid te geven. En zo  maakte de wet het mogelijk dat de WAO voor doelen werd gebruikt waar het niet voor bedoeld was. Op een gegeven moment in de jaren 1990 dreigden er een miljoen mensen in de WAO terecht te komen.

Beperk de jeugdhulpplicht

De link met de jeugdhulp is dat de Jeugdwet ook niet duidelijk omschrijft wat voor soorten zorg  er nu wel of niet onder vallen. Zowel het rapport van de commissie Sint als het rapport van de commissie der Wijzen besteden daar veel aandacht aan. Beide rapporten schetsen duidelijk de dilemma’s.

De argumentatie gaat dan ongeveer als volgt. Alle kinderen ondersteuning bieden bij problemen – de huidige praktijk – betekent dat de kosten voor jeugdhulp zullen blijven stijgen. Het alternatief is om ‘gewone’ opvoed- en opgroeivragen niet langer tot de jeugdhulplicht te rekenen. In feite betekent dit dat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen lichte en zware zorg. Lichte zorg behoort primair tot de verantwoordelijkheid van de ouders. Zware zorg valt onder de jeugdhulpplicht van de overheid, dus de gemeenten.

Beide rapporten roepen op de wettelijke jeugdhulpplicht te begrenzen. De commissie Sint doet dat wat concreter dan de commissie der Wijzen. Sint adviseerde namelijk om na te gaan of bepaalde therapieën vooral voor lichte zorg worden gebruikt. Die therapieën – waaronder bijvoorbeeld vaktherapie – zouden dan niet langer onder de jeugdhulpplicht hoeven te vallen.

De staatssecretaris neemt niet het heft in handen

Het heft in handen?
Bron: unsplash.com

Wie moet er beslissen over de reikwijdte van de jeugdhulpplicht? Wat mij betreft gaat dit via de democratische weg. De regering doet een voorstel en het parlement neemt een beslissing. Maar, zoals ik eerder schreef, de regering durft haar verantwoordelijkheid niet te nemen. Eerst gaat zij allerlei mogelijke belangengroepen in de zorg horen. Werkgevers in de zorg, therapeuten, cliënten en patiënten, enz., die wil de regering ook allemaal tevreden stellen. Daarmee brengt ze zich voornamelijk in een spagaat. Zij wil de problemen van de jeugdzorg oplossen, maar ook belangengroepen niet tegen zich in het harnas jagen. Dat kan alleen maar tot een flauw compromis leiden.

De staatssecretaris van VWS wil nu een maatschappelijk debat gaan voeren over de jeugdzorg, maar over het doel laat hij tegengestelde geluiden horen. Volgens de krant vindt Van Ooijen dat ouders te vaak een beroep op jeugdzorg doen, terwijl ze die steun ook zouden kunnen krijgen van sport- en muziekverenigingen, kerken en buurt- en inloophuizen. In  de Kamerbrief  over het principeakkoord tussen het Rijk en de VNG over de Hervormingsagenda jeugd schrijft hij echter het volgende.

“Ook ben ik een maatschappelijk debat gestart met jeugdigen, ouders en professionals naar aanleiding van waarschuwingen van deskundigen over het sociale welbevinden van kinderen. Wat kunnen wij als samenleving doen om tegenwicht te bieden aan de prestatiedruk en eenzaamheid onder jongeren? Hoe kunnen we de mentale weerbaarheid van deze generatie vergroten? Jeugdzorg moet uiteraard beschikbaar zijn voor de meeste kwetsbare jongeren die jeugdzorg nodig hebben, maar is niet de oplossing voor alles.”

Maarten van Ooijen in de Kamerbrief

Die laatste zin is tamelijk verhullend, want wie zijn dan de meest kwetsbare jongeren? Volgens sommige behandelaren voldoen misschien wel alle jongeren die zorg ontvangen op kosten van de gemeenten aan dat criterium. We horen hier niks meer over ouders die voor hun kinderen te veel jeugdzorg zouden vragen.

De gemeenten willen geen beperking van de jeugdhulpplicht

Je zou verwachten dat de gemeenten en het Rijk het dan in ieder geval met elkaar eens zijn over de beperking van jeugdhulpplicht. Dat betekent immers dat gemeenten minder kwijt zijn aan jeugdhulp. Maar het lijkt erop dat de gemeenten helemaal niet minder willen uitgeven, zij willen gewoon meer geld van het Rijk, zoals wij al eerder constateerden. Dat de gemeenten helemaal geen onderscheid tussen lichte en zware zorg willen maken, blijkt ook uit de opstelling van Marjolein Moorman, wethouder Jeugdzorg in Amsterdam. In de Volkskrant van 12 april j.l. beweert zij dat zo’n onderscheid ouders zou kunnen afschrikken wier kind al maanden op een wachtlijst staat.

Dat is weer een zonderlinge verdraaiing van de bedoelingen van de staatssecretaris (zie ook mijn reactie). Ook al draagt Van Ooijen er zelf aan bij om een rookgordijn op te hangen, zie hiervoor. Zijn doel is toch duidelijk om ruimte te maken voor de zware zorg, zodat het kind op de wachtlijst geholpen kan worden. Er zijn kennelijk veel groepen (behandelaren, gemeenten, enz.) die er baat bij hebben de bedoelingen van de staatssecretaris niet helemaal eerlijk weer te geven.

Parlement: spreek u uit!

De beperking van de jeugdhulpplicht betekent dat de gemeenten minder lichte hulp hoeven te geven, zodat er meer lucht komt op de gemeentelijke begrotingen. Dreigende bezuinigingen op bibliotheken, culturele voorzieningen en andere zaken die voor de jeugd ook belangrijk zijn, zijn dan hopelijk voorlopig overbodig. Maar bovenal, natuurlijk, betekent de beperking van de jeugdhulpplicht dat er meer ruimte komt voor de hulp aan kinderen met zware problemen. Dit zijn de kinderen die nu op wachtlijsten terecht komen — onder meer omdat ze (financieel) niet aantrekkelijk genoeg zijn voor zorgaanbieders — of van instelling naar instelling worden doorgeschoven.

Als de regering er niet voor zorgt dat deze kinderen weer de zorg krijgen die ze nodig hebben, laat dan het Parlement dat doen. Dus, geachte volksvertegenwoordigers: kom met een initiatief-wetsvoorstel, waarin de jeugdhulpplicht wordt beperkt.


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.