Economen houden zich graag bezig met de economie van de sport. Sport is dan ook belangrijk zowel wat de economische als wat de maatschappelijke aspecten betreft. Sport kan een middel zijn om integratie of emancipatie tot stand te brengen. Bij emancipatie denken we dan direct aan vrouwenvoetbal. Volgens sommigen is de lage betaling van vrouwelijke voetballers een illustratie van de ongelijke behandeling van mannen en vrouwen in het algemeen. Het opheffen van de ongelijke betaling tussen mannen en vrouwen in het voetbal dient daarom de emancipatie van vrouwen. Volgens Martine Prange – die we hieronder nog zullen tegenkomen – zal dat voorlopig wel niet gebeuren, vooral niet als dat ten koste zou gaan van het mannenvoetbal.
Hoe moet een econoom aankijken tegen het pleidooi van gelijke betaling? Is de lage betaling van vrouwelijke voetballers niet gewoon een gevolg van de lage marktwaarde van het vrouwenvoetbal? Het antwoord daarop is ja. Maar wij voegen daar direct aan toe dat die lage marktwaarde deels veroorzaakt is door mannelijke voetbalbestuurders in het verleden. Zij accepteerden het vrouwenvoetbal niet en verhinderden daarmee de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal. Daardoor bleef ook de marktwaarde laag.
Voetbal is geen mannensport
Er werd lang gedacht dat voetbal een mannensport is, ook door vrouwen. In een college over het toptarief in de inkomstenbelasting in 2015 zei econoom Barbara Baarsma bijvoorbeeld dat uit onderzoek zou blijken dat topvoetballers vooral daar gaan voetballen waar het toptarief het laagste is. Bovendien waar het toptarief het laagste is, zijn de voetbalclubs het meest succesvol. Dit onderzoek waar ze uit citeerde, was van onderzoekers uit de VS die de Europese voetbalmarkt niet kenden. “De heren zijn weer thuis,” zegt Baarsma dan tegen het einde van dit college enigszins seksistisch, alsof het vrouwenvoetbal helemaal niet bestaat. Het was toen juist de snelst groeiende sport in Nederland.
Voetbal zien als een pure mannensport (zie Baarsma) is overigens voornamelijk een cultureel fenomeen. Vijfentwintig jaar geleden woonde ik met mijn gezin een jaar in de VS. Onze dochters (toen 5, 7 en 9 jaar oud) waren binnen een maand aan het voetballen. Waarom? Omdat in de VS meisjes aan voetbal (soccer) deden. Jongens deden aan (American) football, inderdaad heel wat ruiger dan soccer. Toen we weer in Nederland waren, stopten onze dochters subiet weer met voetballen, want meisjes voetbalden toen niet of nauwelijks in Nederland.
Toeschouwersaantallen en salarissen
In de VS werd dus volop gevoetbald door meisjes en vrouwen. Inmiddels lijkt voetbal voor mannen in de VS ook redelijk ingeburgerd. Er is een professionele voetbalcompetitie voor zowel mannen als vrouwen. Bij de mannen zijn gemiddeld 21.000 toeschouwers per wedstrijd aanwezig (wikipedia). Bij de vrouwen zijn er gemiddeld 8.000 toeschouwers per wedstrijd. Dat is ruim 2.0000 meer dan het gemiddelde bij de eerste divisie van mannen in Nederland (zie wikipedia). In de Nederlandse eredivisie voor vrouwen lijken de toeschouwersaantallen lager te liggen. Feijenoord trok de meeste toeschouwers, namelijk gemiddeld 2541 toeschouwers. PSV was met gemiddeld 1450 toeschouwers nummer twee. De overige clubs trokken minder toeschouwers, zoals vrouweneredivisie.nl ons meldt voor het seizoen 2021/2022.
Gegeven deze toeschouwersaantallen is een vergelijking van voetballers in de topcompetities in de VS en Nederland met de mannelijke voetballers in de Nederlandse eerste divisie interessant. In de VS verdienen mannen in de professionele soccer league tussen de 25.000 en 300.000 dollar, met een gemiddelde van rond de 60.000 dollar. De vrouwen in de professionele soccer league verdienen tussen de 25.000 en 85.000 dollar, met een gemiddeld inkomen van 40.000 dollar (zie hier). Bij vrouwen in de eredivisie (zie womeninc.nl) kan een onderscheid gemaakt worden tussen spelers bij Ajax, PSV en FC Twente en spelers bij de overige clubs. De eerstgenoemden hadden in het seizoen 2022/2023 een gemiddeld jaarsalaris van 20.000 euro. Spelers bij de overige clubs in de Vrouwen Eredivisie verdienden jaarlijks gemiddeld 7.000 euro. Het salaris voor een mannelijke voetballer in de eerste divisie ligt tussen de 21.000 en 48.000 euro bruto, zie: lbba.lu.
Hogere toeschouwersaantallen geven hogere salarissen
Het is duidelijk dat mannen in de Amerikaanse league gemiddeld meer verdienen dan vrouwen in de Amerikaanse league. Die laatsten verdienen dan weer meer dan mannen in de Nederlandse eerste divisie. Mannen in de Nederlandse eerste divisie verdienen op hun beurt meer dan vrouwen in de Nederlandse eredivisie. Uiteraard verdienen alle genoemde voetballers veel minder dan voetballers in de Nederlandse eredivisie voor mannen die gemiddeld een salaris van rond de 3 ton schijnen te ontvangen. Dan zwijgen we nog maar over de Engelse Premier League waar de mannelijke spelers gemiddeld 3 miljoen Engelse ponden per jaar verdienen.
Het ligt voor de hand dat er een verband is tussen toeschouwersaantallen en verdiensten van de voetballers. Het aantal toeschouwers lijkt een goede indicatie te zijn voor de marktwaarde van de competitie. Hoe hoger die waarde, des te hoger de inkomsten voor de clubs. Des te hoger de salarissen die de clubs aan de spelers kunnen betalen. Dat vrouwen dus weinig verdienen met voetbal – althans in Nederland – is dus te begrijpen en – op het eerste gezicht – te rechtvaardigen.
Inkomensongelijkheid in de sport is hoog
Inkomensverschillen in de sport zijn sowieso erg groot, ongeacht sekse. Er zijn minstens twee redenen waarom dat zo is. In ‘normale’ bedrijven moeten werknemers die hetzelfde werk doen in beginstel hetzelfde betaald krijgen. Het idee is dat als mensen hetzelfde werk doen, hun productiviteit ook wel bij benadering gelijk zal zijn. In de bedrijfstak sport werkt dat echter niet. Als sporters dezelfde inspanning leveren, kan de uitkomst toch heel verschillend zijn. Daarom worden in veel professionele sporten de spelers betaald naar hun prestaties, die dan een maat zijn voor hun productiviteit. Inkomensverschillen hebben dus als functie om spelers te motiveren hun uiterste best te doen.
Zo krijgt een winnaar in de grandslam tennistoernooien minstens ongeveer twee keer zoveel prijzengeld als een verliezer. Ook in de lager geclassificeerde toernooien zijn de verschillen in prijzengeld tussen winnaars en verliezer groot, maar daar is het totale prijzengeld veel lager. De reden daar weer voor is dat die lagere toernooien veel minder aandacht en inkomsten voor de organisatie opleveren. Die twee redenen – motivatieprikkels en opbrengstverschillen – versterken elkaar waardoor vooral in de lagere regionen van de professionele de spelers weinig verdienen.
Vrouwenvoetbal werd tegengewerkt …
Het lijkt dus vrij onontkoombaar dat in het vrouwenvoetbal weinig verdiend wordt. Dit werkt uiteraard ontmoedigend: als je niet kunt rondkomen van je sport is de neiging om veel tijd in die sport te investeren, niet erg groot. Dat vindt Martine Prange ook. Prange is profvoetballer geweest en is nu hoogleraar filosofie in Tilburg. Het vrouwenvoetbal gaat haar kennelijk aan het hart. Enige tijd geleden was ik bij een lezing van haar.
Haar stelling was – als ik het goed heb onthouden – dat als vrouwen nieuwkomers zijn in de sport zij door mannen zullen worden tegengewerkt. Een manier om vrouwen dwars te zitten is door ze eenvoudigweg te verbieden een ‘mannensport’ als voetbal te beoefenen. Samen met Alfred Archer heeft zij in het tijdschrift Journal of the Philosopy of Sport betoogt dat een dergelijke tegenwerking een rechtvaardiging is voor een verhoging van de salarissen van vrouwen.
… waardoor de marktwaarde van vrouwenvoetbal achterbleef
In Nederland werd vrouwenvoetbal door de KNVB pas in 1971 als een tak van het voetbal geaccepteerd. Vanaf 2007 begint er in Nederland een professionele competitie voor vrouwen. Het vrouwenvoetbal is daardoor heel lang zonder perspectief geweest. Voor ambitieuze meisjes en jonge vrouwen was er daarom nauwelijks een reden om te gaan voetballen. De marktwaarde van vrouwenvoetbal bleef daardoor ook achter bij die van het mannenvoetbal.
Met andere woorden, de huidige (relatief) lage toeschouwersaantallen bij het vrouwenvoetbal zijn het gevolg van de beslissing van voetbalbestuurders (mannen) in het verleden om vrouwen min of meer te verbieden om te gaan voetballen.
Herstelbetalingen om onrecht te compenseren
Dit was een moreel niet te rechtvaardigen beslissing en vormt daarom een reden om over te gaan tot ‘herstelbetalingen’. Die herstelbetalingen zouden volgens Archer en Prange zo hoog moeten zijn dat vrouwen en mannen hetzelfde betaald krijgen.
Voor het clubvoetbal is dit een nogal ongespecificeerde eis. Bijvoorbeeld: welke salarissen bij welke mannencompetities zijn dan de maatstaf voor ‘gelijke betaling’. Toch niet de Engelse Premier League, naar ik aanneem, want dat leidt tot onbetaalbare salarissen voor Nederlandse vrouwelijke voetballers. Ik zou een gemiddeld salaris van 90.000 euro voor de eredivisie vrouwen wel een goede eerste aanzet vinden.
KNVB moet salarissen in het vrouwenvoetbal subsidiëren
Blijft over de vraag wie of wat die extra salarissen zou moeten betalen. Hierbij kan ik me wel aansluiten bij Archer en Prange die zeggen dat de voetbalbonden – in Nederland dus de KNVB – daar een taak hebben. Zij moeten het vrouwenvoetbal compenseren voor decennialange verwaarlozing. Wat mij betreft zou de KNVB de clubs moeten verplichten de spelers minimaal een salaris van bijvoorbeeld 20.000 euro te garanderen. De clubs kunnen een buitengewoon talent à la Lieke Martens of Vivianne Miedema uiteraard meer betalen. De KNVB subsidieert dan de clubs met een salarisopslag van 60.000 euro per speler die alleen aan de spelers mag worden uitgekeerd.
De KNVB moet deze subsidies zien als een (extra) investering in het vrouwenvoetbal. Hogere betalingen leiden tot meer aanwas van talent. Het betekent ook dat spelers minder snel voor een buitenlandse beter betalende club zullen kiezen. De kwaliteit van wedstrijden zal toenemen en daardoor ook de toeschouwersaantallen. De toenemende populariteit zal ook meer wedstrijdverslagen op de televisie met zich brengen, tot hogere sponsoropbrengsten leiden, enzovoorts. Kortom, deze investering – die de KNVB natuurlijk wel een jaar of 10 moet aanhouden – leidt tot een hogere marktwaarde van het vrouwenvoetbal.
Dus
De KNVB moet meer investeren in het vrouwenvoetbal door salarissen van vrouwelijke voetballers deels te subsidiëren. Dat betekent meer aanwas van talent en een hogere marktwaarde van de Nederlandse voetbalcompetitie. Het blijft natuurlijk afwachten of in de Eredivisie Vrouwen ooit dezelfde salarissen worden uitgekeerd als in de Eredivisie Mannen.
0 reacties