Eerst zwart, dan grijs

Zelf was ik nogal een zwartkijker. Niets kon goed zijn, alles was slecht. Toen ik 15, 16 jaar oud was vond ik dat ik in de verkeerde eeuw leefde. Ik had in de 19e eeuw moeten leven, toen was alles beter. De mensen waren vriendelijk en beleefden grappige dingen, zie de Pickwick Papers (ik was een fan van Charles Dickens). Toen ik 19 jaar oud was, wist ik zeker dat niemand ooit met mij zou willen samenleven en later toen ik inmiddels wetenschappelijk medewerker aan de universiteit was geworden, zag ik anderen die baanbrekende artikelen schreven, maar bij mij kwam er niets belangwekkends uit. Ik was kennelijk niet geschikt voor de wetenschap, maar waar dan wel voor?

Gelukkig oud; door: Marisa Howenstine op Unsplash

Nu zijn we 50 jaar verder en zie ik een ander verhaal. Ik was de eerste in de familie die kon gaan studeren. Het duurde wel even, namelijk 12 jaar na mijn afstuderen, maar uiteindelijk schreef ik een proefschrift. Ik werd er zelfs hoogleraar mee. Er waren zeker veel betere onderzoekers op mijn vakgebied dan ikzelf was. Toch heb ik een aantal leuke papers, die ik met anderen had geschreven, weten te publiceren. Tenslotte heb ik mijn kennis en ervaring op mijn vakgebied nuttig in de maatschappij weten in te zetten. Dat doe ik, 70 jaar oud, nog steeds. En, o ja, ik ben ook al 43 jaar getrouwd met dezelfde vrouw.

Minder spijt als je ouder wordt

Heb ik ergens spijt van, had ik dingen beter kunnen doen? Ja, als ik iemand anders was geweest, had ik misschien meer kunnen bereiken. Dan had ik mij meer gespecialiseerd in een paar onderdelen van mijn vakgebied. Maar mijn talenten waren te beperkt om op een paar deelterreinen tot grote hoogte te kunnen reiken. Ik was geen supertalent en daarom was het beter om op de grote vlakte te blijven in plaats van toppen te beklimmen.

Kun je na een leven zonder hoogtepunten toch tevreden zijn? Ja, dat kan, het is zelfs gebruikelijk dat ouderen minder last van spijt hebben dan jongeren. Objectief gezien zou je verwachten dat ouderen meer redenen hebben dan jongeren om knarsetandend door het leven te gaan. Ze hebben meer tijd gehad om foute beslissingen te nemen. Bovendien hebben ze geen tijd meer om die fouten te herstellen. Jongeren hebben die tijd wel om die paar foute beslissingen ongedaan te maken. Toch hebben ze spijt en dat komt omdat jongeren meer last hebben van het ‘negativisme-effect’, terwijl ouderen beter bedeeld zijn met een ‘positivisme-effect’.  

De kracht van het slechte

Het bovenstaande heb ik niet verzonnen, evenmin als de termen negativisme-effect en positivisme-effect. Ik heb het uit The Power of Bad van John Tierney en Roy Baumeister (vanaf nu T&B). Dit boek gaat over de onevenredig grote invloed van slechte dingen op het gedrag en de mentale gezondheid van mensen. In de economische literatuur staat dit verschijnsel bekend als verlies-aversie. Mensen vinden het veel erger om 100 euro te verliezen dan ze genieten van 100 euro winst.

Maar het geldt niet alleen voor verlies of winst van geld. Ook tussen partners is er een vorm van verlies-aversie. Als je een enkele vervelende opmerking tegen je vriendin of vrouw maakt, kun je dat niet goed maken door een enkele positieve opmerking. Tegen die ene vervelende opmerking moeten minstens drie positieve opmerkingen staan, wil de relatie niet snel verslechteren. Dat komt omdat we vele goede dingen niet eens meer zien of kunnen waarderen als daar slechte dingen tegenover staan. Die slechte dingen, ook als het er maar weinig zijn, werken zo sterk door op ons gemoed dat we de goede dingen niet meer zien.      

Hoe breng je slecht nieuws      

Slecht nieuws is zo overweldigend dat het goede nieuws erdoor weggevaagd kan worden. Slecht nieuws moet je dan ook op een tactische manier brengen. De sandwich-methode, zoals T&B die noemen, is zeer ongeschikt. Dat is een methode die managers vaak toepassen om de pijn van het slechte nieuws voor hun ondergeschikten te verzachten. Je begint met de loftrompet te steken over je werknemer. Dan komt de kritiek. Vervolgens wordt de sandwich gesloten met wat vrolijke woorden voor de werknemer.

Slecht-nieuwsgesprek
door: Afif Kusuma on Unsplash

Eind goed, al goed? Nee, zeggen T&B, want de werknemer heeft zich verslikt in het midden van de sandwich. Juist door te beginnen met loftuitingen wordt de kritiek in het midden pijnlijker. Je kunt daarom als manager beter met het slechte nieuws beginnen en dat de werknemer eerst laten verwerken, voordat je nog iets positiefs over hem zegt.

Het is nog beter, aldus T&B, het slechte nieuws door de ontvanger zelf te laten ontdekken. De manager kan dan vragen stellen als “Wat heb je tot nu toe geleerd?” en “Gaat er iets fout bij wat je doet?” Als een werknemer er via een vraag-antwoordspel zelf achter komt wat hij fout doet, zal dat ook simpeler te accepteren zijn. Omdat het ook dan kan voorkomen dat een werknemer de kritiek niet accepteert, moet de brenger van slecht nieuws creatief blijven. T&B geven daarvoor een vijftal praktische tips (op blz. 101-105).

Wortel of stok?

Als het dan zo moeilijk is kritiek te geven, is het dan misschien beter via de juiste prikkels mensen aan te zetten het goede te doen en het slechte te laten? Dus: niet de stok, maar de wortel moet mensen aansporen het goede te doen. Maar is dat zo? Is het beter om mensen met een beloning in het vooruitzicht aan te sporen? Of leidt dat alleen maar tot de ondergang (zie cartoon)?

Achter de wortel aan naar de afgrond
Bron: Boardman Robinson, Public domain, via Wikimedia Commons

T&B denken dat de dreiging (!!!) met de stok beter werkt dan de (misschien wel nooit komende) beloning met de wortel. Zij illustreren dat aan de hand van de opkomst van diverse religieuze stromingen in de VS vanaf het midden van de 18e eeuw. Welke stromingen werden populair? Daar waar de predikanten met hel en verdoemenis dreigden als men zich niet aan de leefregels hield, stroomden de kerken vol. Waar God werd voorgesteld als een vage, zachte weldoener, bleven de kerken leeg. Gelovigen werden echter gegrepen door het beeld van een kwade God, met de hel als zijn ultieme dreiging. (Waarom de VS zo veel religieuzer is dan Europa verklaren T&B, overigens uit de overheidssteun die Europese kerken ontvangen en VS-kerken niet. Daardoor is er in Europa geen concurrentie tussen religieuze stromingen en ook geen noodzaak om gelovigen de kerk in te lokken door met hel en verdoemenis te dreigen.)

Slechte ervaring (geelzucht) leidt tot een hekel aan lever 

Schapenlever
bron: commons.wikimedia.org onder licentie

De stok maakt meer indruk dan de wortel. T&B geven daar nog een interessant voorbeeld van dat voor mij een soort AHA-erlebnis opwekte. Ik geef maar even mijn eigen ervaring weer. Toen ik een jaar of 5, 6 was had ik een hardnekkige vorm van geelzucht. Als medicijn moest ik toen, in mijn herinnering, enorme hoeveelheden lever eten. Ik moest er zoveel van eten dat ik er een weerzin tegen kreeg. Nu ruim 60 jaar later heb ik nog steeds een afkeer van lever. Het bewijst dat een slechte ervaring (geelzucht) zo veel indruk maakt dat vele decennia later de les die mij dat leerde (lever is vies) nog steeds in mijn brein zit geplant. Er is echter geen enkele goede ervaring uit mijn (verre) verleden die ik direct associeer met iels lekkers.

T&B maken er vervolgens een punt van dat ook in het onderwijs de stok beter werkt dan de wortel. Zo pleiten zij voor het meer geven van een onvoldoende als daar aanleiding toe is, in plaats van iedereen maar een A of een B te geven (zoals in de VS gebruikelijk). Het is gebleken, aldus T&B, dat als je leerlingen eerder een F (van Fail) geeft, de leerlingen harder gaan werken en daardoor betere resultaten halen.

Ouderen hoeven niet veel meer te leren

Dan zijn we ook weer terug bij het begin. Waarom zijn oudere mensen gelukkiger en hebben ze minder last van negatieve ervaringen (en kun je daarom soms ouderen ook heel goed in hun oude baan inzetten om jongeren te helpen, zie hier) ? Omdat ze oud zijn en dus niet veel meer hoeven te leren.  Heftige en langdurige reacties op negatieve ervaringen zijn productief als je jong bent. Maar als je ouder bent is de noodzaak om te leren van slechte dingen niet meer zo hoog. Het positivisme bij oudere mensen is dus, zo zeggen T&B, een aanpassing die de natuur voor ons geregeld heeft. Evolutie heeft ervoor gezorgd dat oudere mensen (en dieren!!) niet meer zo erg op hun fouten hoeven te letten. 

Dat zorgt voor veel (niet alle) ouderen voor een gelukkig en vredig levenseinde.


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.