De Volkskrant heeft in haar redactioneel commentaar van 27 januari de stelling opgeworpen dat de bezwaren tegen het nieuwe pensioenstelsel een referendum nog niet rechtvaardigen. Het NSC heeft zo’n referendum voorgesteld om deelnemers de kans te geven onder het oude pensioenstelsel te blijven. Heeft de krant een punt? We gaan de bezwaren in deze blogpost langs lopen. Dit is deel 2. In deel 1 bespraken we wat de veranderingen van het pensioenstelsel inhielden. Voor de niet-abonnees van de krant zal ik de bezwaren en opmerkingen van de krant hieronder letterlijk citeren.
Is de referendumvraag moeilijk?
Een argument van de krant tegen het referendum is het volgende:
Het belangrijkste bezwaar is misschien wel dat de operatie zo complex is dat het onmogelijk is om te beoordelen of gepensioneerden en toekomstig gepensioneerden erop vooruit gaan.
De Volkskrant, 27 januari 2025
Dit is geen goed argument. De operatie is complex omdat het vermogen dat in het oude pensioenstelsel was opgebouwd aan individuele deelnemers moet worden toegekend. Niemand weet hoe dat moet. De reden daarvoor is dat alle afgedragen pensioenpremies in het oude pensioenstelsel in een grote pot verdwenen. Het is dus volledig onbekend hoeveel deelnemers in het verleden hebben bijgedragen. Er was ook geen noodzaak om dat bij te houden.
De vraag waar het hier om gaat is eigenlijk heel simpel. Willen pensioendeelnemers zekerheid hebben over hun toekomstige pensioen, of niet? De vraag die in een pensioenreferendum gesteld zou kunnen worden is dan de volgende:

Stemt u er mee in dat uw pensioen hoger of lager dan 70 procent van uw gemiddeld verdiende inkomen kan zijn, afhankelijk van hoe goed uw pensioenfonds uw premies heeft kunnen beleggen? Zo nee, dan geeft u er de voorkeur aan dat uw pensioen met zekerheid gelijk is aan 70 procent van uw gemiddeld verdiende inkomen.
Het lijkt mij dat als deelnemers nee invullen zij het nieuwe pensioenstelsel niet willen.
Krijgen de gepensioneerden eerst een hoger pensioen?
Het commentaar stelt vervolgens:
Ook zeker is dat de pensioenen in het begin hoger zullen lijken, omdat de pensioenfondsen minder geld hoeven achter te houden met het oog op toekomstige risico’s.
De Volkskrant, 27 januari 2025
Hier wordt geen rekening gehouden met het ten onrechte niet indexeren van pensioenen tussen 2008 en ongegveer 2020. Volgens de systematiek van het oude pensioenstelsel had indexatie wel voor de hand gelegen. De indexatie van pensioen werd echter stopgezet wegens de paniek die zich van de toezichthouder DNB had meester gemaakt. DNB vreesde kennelijk een ineenstorting van de pensioenvermogens (zie de discussie in deel 1).
Die paniek zal er in het nieuwe stelsel niet meer zijn. De pensioenen mogen dus aanvankelijk hoger zijn. Dat kun je echter ook interpreteren als het compenseren voor de ten onrechte gekorte pensioenen. Het is overigens maar zeer de vraag of de pensioenen hoger zullen lijken. In feite hoeven de pensioenfondsen nu al niet meer te beknibbelen op de pensioenhoogten. Het ABP echter geeft nog steeds geen volledige prijscompensatie aan de gepensioneerden, zoals ik eerder schreef.
De invloed van de financiële markten
De krant schrijft:
Ook zeker: hoe hoog de toekomstige pensioenen zijn, zal zowel in het oude als in het nieuwe stelsel vooral afhankelijk zijn van de financiële markten.
De Volkskrant, 27 januari 2025
Bron: unsplash.com
Dit is dus principieel onjuist. Schommelingen in de financiële markten blijven altijd bestaan, de vraag is wie die moet opvangen. Onder het oude stelsel waren de pensioenen niet afhankelijk van de financiële markten. Het was immers de taak van de pensioenfondsen om de schommelingen op te vangen. Daarvoor moest de gehanteerde rekenrente gemiddeld “juist” zijn. Of dat het geval was, daar ging de discussie over. Dat heeft echter niets te maken met de afhankelijkheid van de financiële markten.
In het nieuwe pensioenstelsel worden de pensioenen afhankelijk van het rendement op de pensioenpremies. Met andere woorden, in het nieuwe pensioenstelsel zijn het niet de fondsen maar de deelnemers die de schommelingen in de financiële markten moeten opvangen.
Is er in het nieuwe pensioenstelsel herverdeling?
Het commentaar schrijft:
De belangrijkste vraag is of het nieuwe pensioenstelsel erin slaagt de pensioengelden eerlijker te verdelen tussen individuen en generaties dan het oude. Ook dit is moeilijk te beoordelen en hangt sterk af van je gevoel van rechtvaardigheid en eerlijkheid.
De Volkskrant, 27 januari 2025
Ik denk dat een ‘eerlijke verdeling’ tussen individuen niet zozeer afhankelijk is van het oude of het nieuwe pensioenstelsel. Waarin het oude en het nieuwe pensioenstelsel van elkaar verschillen is op het punt van de intergenerationele herverdeling. In het oude pensioenstelsel kregen alle generaties dezelfde pensioenrechten. Er was dus impliciet herverdeling van generaties met hoge rendementen op hun pensioenpremies naar generaties met lage rendementen.
In het nieuwe pensioenstelsel is die herverdeling tussen generaties er niet of nauwelijks. (Het is pensioenfondsen slechts toegestaan een marginaal klein solidariteitsfonds op te tuigen). Sommige generaties zijn dus beter af dan in het oude pensioenstelsel en andere generaties zijn minder goed af.
Er was verbetering mogelijk in het oude pensioenstelsel
Met de volgende constatering van de krant kan ik het van harte eens zijn:
De vraag blijft of het oude stelsel, dat nog steeds geldt als het allerbeste pensioenstelsel ter wereld, niet met een paar eenvoudige ingrepen gered had kunnen worden. Maar feit is dat alle betrokkenen er, ondanks jarenlange onderhandelingen, niet in zijn geslaagd die eenvoudige uitweg te vinden, waarna de oplossing werd gevonden in complexiteit.
De Volkskrant, 27 januari 2025
Zeker, die eenvoudige uitweg was er, maar DNB wilde het oude pensioenstelsel eenvoudigweg niet redden. Het lijkt er sterk op dat de toezichthouder een rustig leven als toezichthouder wilde. In het nieuwe pensioenstelsel is de toezichttaak immers veel lichter. DNB hoeft niet meer te controleren of er voldoende vermogen is. De deelnemers krijgen immers gewoon uitgekeerd wat ze zelf in het pensioenfonds hebben gestopt plus het gemaakte rendement daarover. Er kan dus per definitie niet te veel of te weinig vermogen zijn: er is altijd precies genoeg.
De eenvoudige uitweg was dat men de rekenrente wat flexibeler had moeten maken. De starre keuze van DNB om de rekenrente op een laag niveau te zetten, was niet nodig. De rekenrente had best iets lager gekund dan vier procent. Daarbij had men er rekening mee kunnen houden dat ook rentes dalen en stijgen. Een constante rekenrente van drie procent met de mogelijkheid tot kleine aanpassingen naar beneden of naar boven had het oude pensioenstelsel kunnen redden. Als gezegd, DNB wilde dit niet, het hele risico moest wegblijven van de toezichthouder.
Maar ook het nieuwe pensioenstelsel kan beter
De laatste zin van het commentaar schrijft:
NSC zou zijn energie beter kunnen gebruiken om goed in de gaten te houden hoe het nieuwe stelsel uitpakt voor de verschillende generaties en indien nodig bij te sturen.
De Volkskrant, 27 januari 2025

Het is zeker mogelijk het nieuwe pensioenstelsel bij te sturen. Zelf heb ik in het economenblad ESB een voorstel gedaan om de scherpe kantjes van het nieuwe pensioenstelsel af te slijpen. Zo zou men aan alle huidige en toekomstige deelnemers aan pensioenfondsen een gelijk rendement op hun pensioenpremies kunnen beloven. Dat ‘toegezegde’ rendement zou gebaseerd moeten zijn op het feitelijke gemiddelde rendement over een lange periode. Dat is dan een echte verbetering ten opzichte van het oude pensioenstelsel.
In het oude pensioenstelsel speelt de toekomstige rente een grote rol. Die toekomstige rente is echter per definitie onbekend. Daarom moeten meningen over wat de toekomstige rente zou kunnen zijn, wel verschillen. Het behaalde rendement is echter een waarneembare grootheid. Door het gemiddelde te nemen over een lange periode, kan aan pensioendeelnemers weer de belofte van een gegarandeerd pensioen worden gegeven. Daarmee wordt de solidariteit tussen generaties hersteld en de onzekerheid voor deelnemers over welk pensioen zij kunnen verwachten weggenomen. De noodzaak van een referendum is met deze ‘nieuwe’ belofte dan ook niet meer zo groot.
0 reacties