Volgens Robin Diangelo zijn alle blanken (witten) minstens medeplichtig aan het voortbestaan van racisme. ‘Liberale’ blanke mensen die pretenderen niet racistisch te zijn, moeten inzien dat zij onderdeel zijn van het systeem van racisme dat bewust of onbewust in stand wordt gehouden. Hebben wij (wij blanken) wat aan deze boodschap die Diangelo uitdraagt in haar bestseller White fragility? We zullen het zien.

De minderwaardigheid van zwarten volgens Thomas Jefferson

De derde president van de Verenigde Staten, Thomas Jefferson, bezat honderden slaven en gebruikte minstens één slavin als concubine. Jefferson was ook een van de Founding Fathers die de Verenigde Staten baseerden op het nobele principe dat alle mensen gelijke rechten hebben. Hoe kon Jefferson dan slavernij rechtvaardigen? Wel, door aan te nemen dat zwarte mensen uit Afrika eigenlijk iets minder dan mensen waren.

Thomas Jefferson
Bron: en.wikipedia.org

Zij hadden dus ook geen recht op het beginsel van gelijke rechten. Dat zwarten minderwaardig waren, wilde Jefferson niet onbewezen laten: Jefferson gaf daarom opdracht aan wetenschappers om dit te bewijzen. Eerst was er dus slavernij en onderdrukking van de zwarte uit Afrika geïmporteerde bevolking. Toen moest daar van Jefferson een morele rechtvaardiging voor komen. Jefferson vroeg daarbij niet aan onderzoekers om na te gaan of zwarten minderwaardig waren. Daar ging Jefferson namelijk van uit. Hij vroeg daarom onderzoekers dit te bewijzen, om zodoende slavernij moreel te rechtvaardigen.

De opvatting van Jefferson geldt (iets gewijzigd) nog steeds

De veronderstelling dat gekleurde mensen biologisch van lager niveau zijn dan witte mensen, is natuurlijk een racistische aanname die empirisch geen standhoudt. Er bestaat geen genetische elite die je door selective breeding naar willekeur zou kunnen uitbreiden. De misdadige gevolgen van eugenetica zijn, sinds de massamoord door de nazi’s op Joden, bovendien zo duidelijk geworden dat mensen met gezond verstand elke vorm van rassenselectie zullen verwerpen.

Bron: bol.com

Toch is tot op de dag vandaag, zo betoogt Robin Diangelo in White Fragility, de minderwaardigheid van zwarte (of gekleurde) mensen een bewust of onbewust uitgangspunt in de opvatting van blanken (we noemen onszelf maar witten, net als Diangelo, want in de Angelsaksische taal bestaat het woord ‘blank’ niet). Voor de meeste witten zal het onbewust zijn. Zij zullen niet willen toegeven dat zij er een racistisch standpunt op nahouden, want dat strookt niet met hun zelfbeeld. De ondertitel van haar boek luidt dan ook dat het moeilijk is voor witte mensen om over racisme te praten.

Racisme sociologisch verklaard door Diangelo

Hoe weet Diangelo zo zeker dat wij witten allemaal racisten zijn? Zij weet dat zeker omdat zij een socioloog is en geen psycholoog. Ik leg dat uit.

Psychologen gaan uit van mensen als individu. Individuen kunnen veel (zo niet alles) bereiken als ze maar goed hun best doen. Zij kunnen ook van alles denken naar eigen keuze. In die wereld van individuen is racisme een keuze. Witte individuen kunnen een hekel hebben aan gekleurde mensen, maar zij kunnen natuurlijk ook sympathiek tegenover hen staan, bijvoorbeeld omdat zij weten wat gekleurde mensen in het verleden allemaal hebben meegemaakt, of misschien nog meemaken: slavernij, rassenhaat, lynchpartijen, discriminatie, enzovoorts.

Groepsdenken. Bron: pixabay.com

Diangelo gaat niet uit van het individu, maar van de groep. Mensen zijn lid van een groep, bijvoorbeeld de groep van witte mannen, of, de groep van zwarte vrouwen. Iedereen behoort tot zo’n groep en iedere groep wordt gekenmerkt door een dominante cultuur met daarbij behorende opvattingen over andere groepen. Die opvattingen berusten vaak op vooroordelen: de witten kunnen bijvoorbeeld menen dat zwarte mensen gemiddeld misdadiger zijn dan witte mensen.

Sterker: de witte groep kent niet alleen een dominante cultuur, maar witten kunnen zich daar ook niet aan onttrekken. Zelfs niet als ze dat eigenlijk wel zouden willen.

Etnische profilering leidt tot ‘witte bevoorrechting’

Vooroordelen leiden tot discriminatie: witte werkgevers zullen minder gauw een zwarte man of vrouw aannemen, als zij denken dat dit tot misdadige praktijken in hun bedrijf kan leiden. Aangezien zwarten in dat geval niet gauw een baan zullen krijgen, zullen zij ook minder succesvol zijn dan witte mensen en, mede daarom, eerder misdadig gedrag vertonen. Het vooroordeel van de witte mensen wordt daarmee bevestigd: witte mensen hebben meer talent en meer succes dan zwarte mensen, want kijk maar, de zwarten leven in achterstandswijken, zijn vaak werkeloos en hebben hogere misdaadcijfers. 

Als je wit bent heb je, aldus nog steeds Diangelo, een bevoorrechte positie in de maatschappij. De belangrijke posities in de maatschappij worden door witten ingenomen en dat witten die posities ‘verdienen’ wordt bevestigd of zelfs versterkt, door het falen van de zwarten. Bovendien wordt die bevoorrechte positie versterkt door de rugdekking die de autoriteiten eraan verlenen. Autoriteiten, zo zegt Diangelo op blz. 20, dekken het ‘witte vooroordeel’ over de zwarten en daarmee transformeert het vooroordeel van de groep in racisme.

Witten weten niet dat ze bevoorrecht zijn

Dat witten bevoorrecht zijn, hebben de witten zelf niet door. Terwijl gekleurde mensen voortdurend geconfronteerd worden met hun ras, speelt ras in het leven van witten helemaal geen rol. ‘Witte bevoorrechting’ is ook niet een systeem zoals socialisme of kapitalisme dat is, maar het is een onzichtbaar kenmerk van veel landen in de Westerse wereld.

Witte bevoorrechting is ook geen uiting van extreem racistische en nationalistische groepen. Laten we Diangelo zelf (in mijn vertaling) aan het woord laten: “Witte bevoorrechting (white supremacy) beschrijft de cultuur waarin we leven, een cultuur die witte mensen en alles dat met hen verbonden is, als ideaal voorstelt. (…) Witte bevoorrechting is gebaseerd op de definitie van witte mensen als de norm voor menselijk verkeer en gekleurde mensen als afwijking van die norm.” (blz. 33)

Voor witten is ras geen issue

Maar dit is zo ‘geïnternaliseerd’ dat wij (wij witten) ons er niet van bewust zijn. Ons hele leven speelt zich af in het wit: van jongs af aan hebben we witte buren, we gaan naar een witte school, hebben witte leraren. Als we een baan krijgen weten we zeker dat dat niet is op grond van positieve discriminatie: wij hebben die baan gekregen op grond van wat we kunnen. We hoeven ons niet extra te bewijzen, zoals misschien een gekleurd iemand zou moeten doen als die de baan had gekregen. Kortom, ras is voor ons geen issue omdat we niet merken in een witte omgeving te zijn. Dat gaat door tot we begraven worden op een wit kerkhof.

Wij witten zien helemaal geen ras en kunnen daarom makkelijk zeggen dat we ‘kleurenblind’ zijn. Met een verwijzing naar een beroemde uitspraak van Martin Luther King zeggen wij dat wij mensen niet op hun kleur, maar op hun karakter beoordelen. Wij zijn immers geen racisten. Racisten zijn enge, gemene mensen met achterhaalde ideeën over gekleurde mensen. Zo zijn we niet en dus is racisme niet ons probleem, maar een probleem van die enge mensen. Wij hoeven er daarom ook niets aan te doen.

Ook ‘redelijke’ witten houden racisme in stand
Openlijk racisme;
bron: commons.wikimedia.org

Helemaal fout natuurlijk, volgens Diangelo. Wij doen alsof wij geen racisten zijn, terwijl racisme vanaf onze geboorte op subtiele wijze deel van ons leven is gaan uitmaken. Zo houden we het racisme van het systeem in stand, zonder daar de verantwoordelijkheid voor te nemen. Zelfs als we op vriendschappelijke wijze met gekleurde mensen omgaan, betekent dat niet dat wij racisme bestrijden.

Racisme zit namelijk in de groep en niet in het individu.  Dat is een standpunt dat in Nederland ook wordt gedeeld. Leo Lucassen, bijvoorbeeld, vindt het niet onzinnig als witte mensen, die zeggen ‘kleurenblind’ te zijn, verweten wordt racisme te ontkennen.

Wat moeten witten doen tegen racisme?

Natuurlijk zijn wij (wij ‘redelijke’ witten) tegen racisme. Dat helpt echter niet, want als wij onze medeplichtigheid aan het systematisch bestaan van racisme niet willen erkennen, zal het ook niet mogelijk zijn om racisme de wereld uit te helpen.

Wat moeten wij dan wel doen? Hier is Robin Diangelo opmerkelijk stil over. Ze weet wel wat we niet moeten doen (dus niet zeggen dat we geen racist zijn, en ook niet dat we kleurenblind zijn, of dat onze beste vrienden gekleurd zijn, enz.).

Witten moeten minder wit zijn
Wakker worden als zwarte
Bron: Clay Banks on Unsplash

Wat we wel moeten doen, daar is ze erg onduidelijk over. We laten Diangelo zelf aan het woord (in mijn vertaling): “Ik [Diangelo dus] streef ernaar om ‘minder wit’ te zijn. Als je minder wit bent, ben je ook vanuit rassenoogpunt minder onderdrukkend. Dit betekent dat ik me meer van mijn ras bewust moet zijn, en beter geïnformeerd moet zijn over racisme.

Om minder wit te zijn, moet je meer open staan voor, meer geïnteresseerd zijn in en meer empathisch zijn voor de raciale realiteit voor gekleurde mensen. (…)”

Witten moeten hun racisme niet ontkennen, maar bewust worden

Diangelo: “Ik moet accepteren dat ik zelf ook gehoorzaam aan racistische patronen. Dit moet ik dan niet ontkennen, maar ik moet ze juist beter herkennen, zodat ik de negatieve effecten ervan kan verminderen. Dan moet ik ook stoppen met witte stilte en witte solidariteit en ik moet stoppen witte mensen te ontzien bij het benoemen van hun racisme. (…) ik moet overgaan tot actie.” (blz. 150)

Dit zijn dan alsnog twee goede punten. Je moet je er voortdurend van bewust blijven dat racisme in een klein hoekje kan zitten. En: als je dan echt tegen racisme bent, moet je overgaan tot actie. Zeker, maar wat voor actie zegt Diangelo er niet bij.

Kunnen we iets met Diangelo’s theorie over de invloed van de groep?

Niemand zal ontkennen dat mensen gevormd worden door de groep waarin zij verkeren. Zijn we daarom ook verantwoordelijk voor de opvattingen van ‘onze’ groep? Kunnen we ons daarom niet losmaken van onze groep? Diangelo beantwoordt beide vragen met: Ja! Daarom maakt het ontkennen van iedere vorm van medeplichtigheid aan racistische opvattingen van jouw witte groep, racisme alleen maar erger.

Ik ben te veel een econoom die uitgaat van individuele keuzes en gedrag om daar in mee te gaan. Dan komt natuurlijk wel de vraag, hoe het dan kan blijken dat ik geen racist ben, als ik dat wel beweer? Hoe weet je zeker dat het geen cheap talk is om er maar vanaf te zijn? Anti-racisme kan pas oprecht zijn als het strookt met je gedrag.

Donald Trump: racist die zegt het niet te zijn

Neem als voorbeeld Donald Trump, de president van de VS. Op 30 juli 2019 vroeg een journalist of het hem hinderde dat steeds meer mensen hem een racist vinden. Hij reageerde met de opmerking dat hij de minst racistische persoon was die je maar ergens op de wereld zou kunnen vinden.

Trump achter zijn masker.
Bron: Darren Halstead on Unsplash

Het was een paar dagen nadat hij vier gekleurde vrouwen uit het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden per tweet had toegevoegd dat ze het recht niet hadden zich met het nationale beleid te bemoeien.

Ze kwamen immers uit landen waar de overheden catastrofaal, slecht en corrupt beleid voeren. “Waarom gaan ze niet naar hun eigen land terug om die totaal vernielde met misdaad besmette landen te helpen met wederopbouw?” Dit was racistisch, vooral omdat twee van de vier vrouwen in de VS waren geboren.

Racisme is wat je mening is

Als je zegt geen racist te zijn, moet je dat ook kunnen waarmaken. Je zult moeten uitdragen dat je tegen Zwarte Piet bent, tegen etnische profilering en voor positieve discriminatie van minderheidsgroepen.

De Amerikaan Ibraim X. Kendi vindt ook dat je mening telt. In The Atlantic bespreekt hij de volgende vraag in een enquête: “Vindt u dat zwarte Amerikanen een slechtere baan, slechtere huisvesting en een lager inkomen hebben dan witte mensen, voornamelijk als gevolg van discriminatie?” Er waren slecht twee antwoorden op deze vraag mogelijk: ja of nee. Als men “nee” antwoordt, vindt men kennelijk dat ongelijkheid tussen de rassen komt omdat er iets mis is met zwarte mensen. Dat is dus het racistische antwoord. 

Steeds meer Amerikanen zijn anti-racistisch

Het aandeel van het anti-racistische antwoord “ja”, is gestegen van 34,5% in 2008 – tijdens Obama – naar 37,7% in 2010 tot 46,2% in 2016 onder Trump. Dat is een hoopvolle beweging, maar aan die beweging richting anti-racisme moet volgens Kendi positieve actie gekoppeld worden.

Daarmee zit Kendi op dezelfde lijn als Diangelo. Alleen geeft Kendi wel aan — en Diangelo niet — om wat voor soort actie het moet gaan: excessief politiegeweld tegen sommige groepen moeten wij (wij witten) laten stoppen; ‘zwarte’ scholen moeten gesubsidieerd worden; minderheidsgroepen moeten bevoordeeld worden bij sollicitaties. Wij moeten dat willen, maar vooral, wij moeten dat willen afdwingen.

Anti-racisme moet leiden tot wetgeving

Volgens Kendi is er wettelijke actie nodig om het racisme in de VS definitief te ontmantelen. Dat moet in Nederland ook. Wat mij betreft komt er een wettelijk verbod op etnisch profileren, worden leraren aan ‘zwarte’ scholen (veel) beter betaald dan leraren aan witte scholen, worden werkgevers verplicht aan te tonen – als ze daarom gevraagd worden – dat hun sollicitatieprocedure echt kleurenblind is. Er valt nog veel te winnen bij het bestrijden van racisme.