De SER is het Nederlandse poldergezelschap bij uitstek. Buiten het zicht van de kiezers produceert hij rapporten over onderwerpen waar de regering moeilijke beslissingen over moet nemen. Dus moest de SER, ook een rapport over de jeugdzorg schrijven met zijn eigen aanbevelingen. Die aanbevelingen blonken niet allemaal uit in concreetheid, maar hadden meer, laten we zeggen, poldereigenschappen. Dat wil zeggen dat die aanbevelingen diverse belangenorganisaties, die in de SER een rol spelen, tevreden stelden.   

De analyse van de Hervormingsagenda Jeugd deugde…

We hebben recent al laten weten dat we niet zo heel erg tevreden zijn met de voorstellen die de regering gedaan heeft in de Hervormingsagenda Jeugd (HJ). Er waren namelijk nauwelijks uitgewerkte voorstellen te vinden in die agenda. Er was wel een heel duidelijke analyse. Laten we citeren:

Het beroep op jeugdzorg is de afgelopen decennia sterk gestegen. Volgens de nieuwste CBS-cijfers ontving in 2021 ongeveer 1 op de 7,5 jongeren tot 18 jaar enige vorm van jeugdhulp. Ter vergelijking: in 2015 ontving 1 op de 10 jongeren jeugdhulp en in 1997 bedroeg dit grofweg 1 op de 27. Die toename zit voor een deel in ambulante vormen van hulp, hulp waarvan bovendien de kwaliteit en effectiviteit vaak onduidelijk is.”

HJ, blz. 1

Het aantal aanbieders is daarnaast gestaag toegenomen – in de laatste CBS cijfers zijn er 1500 nieuwe aanbieders bijgekomen – en veelal aanbieders van lichtere vormen van zorg. Sommige van hen maken aanzienlijke winsten. Open house aanbestedingen werken deze groei in de hand.

HJ, blz. 1

De bestaande marktwerking die onzorgvuldig is vormgegeven in de jeugdzorg levert perverse prikkels op die o.a. leiden tot onnodig gebruik van jeugdzorg en een te lange behandelduur. Sommige aanbieders van lichte ambulante hulp maken stevige winsten, terwijl aanbieders van complexe of specialistische zorg verlies leiden (sic!).

HJ, blz. 4

Er is te weinig zicht op kwaliteit en effectiviteit van zorg. Er is nog te weinig zicht op effectieve interventies en kwaliteit, waardoor het niet altijd duidelijk is welke zorg in welke situatie het meest passend is.\

HJ, blz. 8

De voorstellen van de SER deugen niet

De Nederlandse polder. Bron: upload. wikimedia.org

Dat is duidelijke taal. Hoe kan het dan dat de regering geen duidelijke voorstellen doet. Dat kan maar aan één ding liggen: er moet eerst gepolderd worden. Alle belangengroepen in de jeugdzorg moeten eerst hun zegje doen en hun krenten uit de pap halen alvorens er maatregelen genomen kunnen worden. Dus ook de grootste belangengroep van al, namelijk de SER. Dat lijkt mij de oplossing van de problemen (zie de citaten) niet dichterbij brengen. De voorstellen van de SER maken de problemen eerder groter.

Lees maar mee met de eerste aanbeveling. “Stel de jeugdige en zijn of haar ouders in staat om echt mee te praten.” Echt meepraten, daarmee bedoelt de SER te zeggen dat de cliënt mee moet kunnen beslissen over de zorg. Maar is misschien niet één van de redenen dat het aantal jongeren in de zorg zo sterk is toegenomen dat er te veel inspraak is van de ouders? Staan “de doelen en wensen” van jongeren en hun ouders niet te veel voorop? Om een concreet voorbeeld te noemen. Als de ouders therapie tegen hondenangst van hun hun kind op kosten van de gemeente willen, moet dat dan ook worden aangeboden?

De SER is (te veel) op de hand van de aanbieders

Aanbeveling 2 dan: “Versterk de professionele autonomie”. Hierbij bedoelt de SER dat de professional zijn gang moet kunnen gaan zonder al te veel controle door de gemeente. Want: “Onder druk van de toenemende financiële tekorten is de focus in de sturing door de gemeente eenzijdig komen te liggen bij kostenbeheersing en kwantitatieve en financiële controle.  (…) De regels (…) staan het handelen conform de beroepscode (…) en een tijdige inzet van passende zorg in de weg.”

Dit zijn beweringen zonder bewijs. Ik zou zeggen, was er maar meer sturing door de gemeenten op kostenbeheersing. Dan hadden ze direct kunnen zien waar de kostenstijging vandaan kwam, namelijk van lichte zorg die door de zorgaanbieders fluitend kan worden uitgevoerd. Die sturing was er niet, waardoor een groot aantal zorgaanbieders binnen korte tijd rijk konden worden.

De SER weet niet dat zorgaanbieders (te) veel winst maken

Als er dan zo eenvoudig veel winst gemaakt kan worden door zorgaanbieders, dan kan het toch niet zo zijn dat de professionele autonomie beperkt is. Die professional is te autonoom, zou ik zeggen. Nee hoor, zegt de SER, dat professionals geen “gezonde mate van kostenbewustzijn” kennen, komt omdat ze daar de ruimte niet voor krijgen.

Laten we het er maar op houden dat de SER zelf nooit eens een jaarrekening van een veel verdienende zorgaanbieder heeft bekeken. Dan had de SER kunnen constateren hoe simpel het voor een zorgaanbieder in Nederland is om zorggeld met soms miljoenen per jaar in eigen zak te laten verdwijnen. En dat geldt ook in de jeugdzorg. Die kwantitatieve en financiële controle waar de SER zich zo druk om maakt, was er helemaal niet.

De SER wil niet weten dat decentralisatie tot verschillen leidt

Vervolgens komt de SER met een aantal aanbevelingen waar de commissie Sint ook al op was gekomen.

In aanbeveling 8 pleit de SER er dan voor om administratieve verplichtingen zoveel mogelijk landelijk te uniformeren. Ik begrijp dat het vervelend is voor zorgaanbieders als zij zich bij verschillende gemeenten steeds weer anders moeten verantwoorden.

Van de andere kant, de wetgever heeft gekozen voor decentralisatie van de jeugdzorg en had dus van tevoren kunnen weten dat dan ruim 300 gemeenten allemaal hun eigen wiel gaan uitvinden. Als je wilt dat alle gemeenten hetzelfde wiel gaan gebruiken, had je de jeugdzorg niet moeten decentraliseren. Het zou consistenter geweest zijn als de SER ervoor gepleit had de decentralisatie terug te draaien.

Aanbod schept zijn eigen vraag in de zorg (weet de SER niet)

Begrijpt de SER wel wat er aan de hand is aan de jeugdzorg? Denkt de SER echt dat de vraag naar jeugdzorg is toegenomen, zoals hij op blz. 20 suggereert. Is het niet zo dat de grote stijging van het aanbod – die de SER ook ziet – vanzelf tot een stijging in het aantal cliënten heeft geleid. Aanbod schept zijn eigen vraag is een oud adagium in de zorg (zie plaatjes en de vermelde bron). Maar de SER heeft kennelijk geen idee welke mechanismen een rol spelen in de zorg.

Of de SER wil het niet weten. De SER is immers een polderclub en wil alle polderaars binnen boord houden. Dus geen moeilijke keuzes maken, want dan worden er polderaars teleurgesteld. Jeugdzorg Nederland-directeur Olaf Prinsen is zo’n polderaar. Hij zat aan tafel bij de SER toen het rapport over de jeugdzorg werd geschreven. Hier staat hij bijna letterlijk te juichen bij het advies van de SER.

Uiteraard, want hoe meer zorg de leden van zijn club kunnen geven, des te beter. Luister maar: “Het hoort bij een geciviliseerde beschaving dat je de inhoud – de behoeften van kwetsbare kinderen en van zorgverleners  –  centraal stelt.” Zeker! Maar hoe komt het dan dat er zo veel lichte zorg wordt verleend, terwijl veel kwetsbare kinderen op wachtlijsten terecht komen? Waarom zegt hij niet dat veel kinderen zorg uit belastingmiddelen krijgen, terwijl er bij hen in feite sprake is van normale opvoedproblemen? Hoe minder kinderen lichte zorg krijgen, hoe meer ruimte er komt voor kwetsbare kinderen.

Voor belangenclubs tellen kosten van de jeugdzorg niet

Belangenorganisaties in vroeger tijden.
Bron: commons.wikimedia.org

Vertegenwoordigers van belangenorganisaties zoals Prinsen willen echter helemaal niet kiezen. Hij zegt namelijk ook dat je de financiële lasten niet centraal moet stellen. Dus ook wil hij niet aangeven hoeveel de jeugdzorg uiteindelijk mag kosten. Hij roept de regering op om zo snel mogelijk de  “urgente” aanbevelingen uit te voeren. Laat de kosten maar stijgen, is wat zijn opstelling impliceert. Dat belastingen niet onbeperkt kunnen stijgen en er dus iets anders op een gegeven moment zal moeten sneuvelen (bibliotheken? musea? wegonderhoud?…), is niet zijn probleem.

Kortom,

adviezen zoals die van de SER waarbij vooral belangengroepen worden bediend kunnen we missen als kiespijn. Dat de hervormingsagenda zo weinig concrete voorstellen bevat, beginnen wij nu ook te begrijpen. De regering zit in een spagaat. Zij wil de problemen van de jeugdzorg (zie de citaten) oplossen, maar ze wil ook voorstellen doen die diverse groepen tevredenstellen. Ik vrees dat daar alleen maar een flauw compromis uitkomt. De problemen met de jeugdzorg zijn voorlopig nog niet voorbij.     


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.