Het ‘slachtoffer’ van een van mijn vorige posts schreef mij een korte reactie. Onderaan deze post heb ik zijn mail gereproduceerd. Dat mensen die ik bekritiseer mij terugmailen, stel ik zeer op prijs. Ik hoop dan dat zij met goede tegenargumenten komen. Mijn belangrijkste kritiek op John Kerstens, voorzitter van de Koepel van gepensioneerden, was dat hij suggereerde in een gesprek met minister Eddy van Hijum (NSC), dat de Wtp een koopkrachtiger pensioen belooft. Koopkrachtiger dan wat, zei hij er niet bij. Ik neem aan dat hij bedoelde koopkrachtiger dan de pensioenen die sinds 2007 onder het zogenaamde financieel toetsingskader (ftk) werden uitgekeerd. Die belofte van een koopkrachtiger pensioen dreigt volgens Kerstens echter ‘ondergesneeuwd’ te raken door de grote aandacht die het voorgestelde pensioenreferendum van NSC/BBB krijgt.

Het ftk ondermijnde het oude pensioenstelsel

Dat ftk – vooral een kindje van De Nederlandsche Bank (DNB) – legde strenge vermogenseisen op aan de pensioenfondsen (zie hier) onder het oude pensioenstelsel. Die eisen waren zeer schadelijk. DNB dwong de fondsen de rente waarmee zij toekomstige verplichtingen verdisconteerden extreem laag te nemen. We weten allemaal, alleen DNB wist dat niet of wilde het niet weten, dat de rente varieert. Soms is die extreem laag, zoals tijdens de kredietcrisis vanaf ongeveer 2010 en tijdens de coronapandemie. Maar de laatste paar jaar ligt de rente alweer rond de 5 procent.

Het ftk? Bron: commons.wikimedia.org

DNB was echter de afgelopen 15 jaar – kennelijk – bang dat een geheime economische wet ertoe zou leiden dat de rente de komende 50 jaar in de buurt van 0 procent zou blijven. Die lage rente als basis voor de verdiscontering had tot gevolg dat de pensioenfondsen onrealistisch hoge vermogens moesten aanleggen. Het gevolg daarvan was weer dat aan gepensioneerden geen compensatie voor inflatie kon worden gegeven. Sommige pensioenfondsen moesten zelfs de pensioenen korten.

Dat kwam niet omdat het oude pensioenstelsel niet deugde, zoals Kerstens denkt, maar omdat de eisen van DNB niet deugden. DNB wilde echter geen enkel risico lopen dat de pensioenen niet meer uitbetaald zouden kunnen worden. In economische termen: DNB was extreem risico-avers. Liever legde DNB dat risico bij de deelnemers aan collectieve pensioenregelingen neer.

Soepele vermogenseisen; toch geen hogere pensioen

Onder de Wtp legt DNB minder strenge vermogenseisen op aan de pensioenfondsen. De risico’s van (onvoldoende) dekking van toekomstige pensioenuitkeringen liggen immers niet meer bij DNB en de pensioenfondsen, maar bij de deelnemers. Zij draaien op voor slechte beleggingsresultaten van hun fondsen. Kerstens denkt kennelijk dat door het wegvallen van de strenge vermogenseisen ‘koopkrachtiger’ pensioenen onder de Wtp zullen ontstaan.

Het vrijvallen van vermogensbuffers betekent echter niet automatisch dat alle gepensioneerden prijscompensatie van hun pensioenfonds zullen krijgen. Door de overgang naar de Wtp moeten met name deelnemers van middelbare leeftijd compensatie krijgen voor het wegvallen van de zogeheten doorsneesystematiek.

Bovendien zijn er nog de gevolgen van de zogenaamde renteafdekking waar Jelle Mensonides, gepensioneerd pensioenbestuurder, op gewezen heeft. Door de eis van DNB om lage rentes te gebruiken voor het bepalen van de toekomstige pensioenverplichtingen, gingen pensioenfondsen zich verzekeren tegen lage rentes. Hiermee probeerden zij te voorkomen dat ze in vermogensproblemen zouden komen bij een dalende rente. DNB ging er immers vanuit dat de rente laag zou blijven. Die rente bleef echter niet laag, maar begon te stijgen. Het gevolg was dat de pensioenfondsen in plaats van ‘ontvangers’ van de verzekering ‘betalers’ werden. Mensonides heeft uitgerekend dat de verliezen voor de pensioenfondsen zouden kunnen oplopen tot honderden miljarden euro’s. Daarmee heeft DNB dan – hopelijk ongewild – een affaire geschapen waartegen de eertijdse Vestia-affaire nogal bleekjes afsteekt.

“Koopkrachtiger pensioen was een belofte”

In de screenshot onderaan deze post staat de reactie van Kerstens op mijn kritiek. Hij heeft alleen maar willen zeggen dat de nieuwe Pensioenwet gepresenteerd werd met de belofte een beter zicht op een koopkrachtig pensioen te geven. Volgens mij ontken ik nergens in mijn stuk dat er zo’n belofte bestaat. Misschien heb ik het niet duidelijk genoeg opgeschreven – en dat doe ik dan nu hopelijk wel – maar ik bedoelde te zeggen dat die belofte bijna per definitie niet gegeven kan worden.

De eerste tekenen zijn al niet gunstig. Daar zijn Kerstens en ik het dan waarschijnlijk – gezien de reactie van Kerstens – over eens. Zie maar eens de ervaringen bij het ABP. Er waren juichtonen van politici en vakbondsleiders die beweerden dat indexatie van de pensioenen dankzij de Wtp weer mogelijk was. Het ABP blies zijn deuntje vrolijk mee, zie hier. Toch verhoogt het ABP de pensioenen van de ambtenaren dit jaar met nog niet eens twee procent, bij een verwachte inflatie van ruim drie procent.

De reden voor het opnieuw ontbreken van prijscompensatie voor de gepensioneerden zou kunnen zijn dat het ABP inderdaad een miljardenverlies heeft geleden door de zogenaamde rente-afdekking.

Maar stel nu eens dat de komende jaren de pensioenen wel gecompenseerd worden voor inflatie. Dan zal dat zeker voor de oudste gepensioneerden alleen maar een kleine compensatie betekenen voor de relatieve inkomensachteruitgang die zij de afgelopen vijftien jaar ten onrechte hebben opgelopen. Ten onrechte, want de vermogenseisen van DNB waren niet op economische logica, maar op angsthazen- gedrag gebaseerd.

Pensioenen onder Wtp kunnen ‘hoger’ of ‘lager’ zijn

Maar meer in het algemeen geldt natuurlijk dat onder de Wtp het pensioeninkomen zowel hoger als lager dan in het oude pensioenstelsel kan uitvallen. Wat heeft een gepensioneerde aan prijscompensatie als eerst het pensioeninkomen door tegenvallende rendementen op belegd vermogen met bijvoorbeeld 10 procent verlaagd wordt? Daar heeft Kerstens het helemaal niet over. Dat de pensioenfondsen op last van DNB het risico van tegenvallende rendementen naar de deelnemers heeft overgedragen verzwijgt hij.

Zeker, het nieuwe pensioenstelsel zou alsnog bij deelnemers gemiddeld tot een hoger pensioen kunnen leiden. Dat is wat DNB aan de politiek heeft beloofd. Weet DNB dat dan zeker? Jazeker, want ze heeft dat uit 10 duizend economische scenario’s afgeleid. 10 duizend! Welke geachte afgevaardigde in het parlement heeft ook maar één scenario gecheckt? Misschien Pieter Omtzigt als enige. Los daarvan, hoeveel van die scenario’s geven nu echt een hogere uitkering? Het zou in theorie kunnen dat in slechts één scenario het pensioen hoger is en in de andere 9.999 scenario’s het pensioen lager is dan het in het oude stelsel zou zijn. ‘Gemiddeld’ betekent dan dat gepensioneerden in uitzonderlijke gevallen beter af zijn dan in het oude stelsel. In de meeste gevallen zijn ze echter slechter af.   

Kerstens had zich ook tegen de Wtp kunnen keren

Waarom worden gepensioneerden gedwongen een pensioenstelsel ‘in te varen’ dat hun een kans geeft op een nog slechter pensioeninkomen dan in het oude stelsel? Heeft Kerstens daar een argument voor? Nee, hij schrijft dat de aandacht voor het referendumvoorstel van NSC en BBB afleidt van de voorstellen van een koopkrachtiger pensioen. Maar als hij een koopkrachtiger pensioen zo belangrijk vindt, waarom heeft hij dan in het verleden als vakbondsbestuurder of PvdA-Kamerlid zich niet tegen de dwingelandij van het ftk verzet? Voor mij een vraag, maar kennelijk niet voor de leden van de koepel van gepensioneerden. Zij zijn immers blij met John Kerstens als voorzitter. Hij mag nog vier jaar blijven voorzitten.

Bron: boom.nl

Feiten en argumenten

Tenslotte, dat Kerstens in mijn kritische stuk over hem geen feiten en argumenten heeft kunnen vinden, ligt misschien aan een vorm van dyslexie. Het moet anders voor hem toch mogelijk zijn geweest om in een stuk van 1.360 woorden een paar argumenten te vinden, waar hij op in kon gaan. Maar misschien beschouwde hij mijn argumenten allemaal als drogredenen ad hominem of tu quoque. Ook goed! Maar dan mag hij dat ook beredeneerd opschrijven. Met deze post voeg ik nog eens ruim 1.300 woorden toe. Ik zou al blij zijn als Kerstens hier één argument (of drogreden) in vindt. Maar misschien speel ik nu weer te veel ‘op de man’, ofte wel ad hominem.   

Door mij op 9 april jl. ontvangen mail van John Kerstens:


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.