Bij het conflict tussen Hamas en Israël wordt om de haverklap het internationaal recht te voorschijn gehaald, vooral door critici van Israël. Een land dat wordt aangevallen door een andere staat mag zich verdedigen. Israël heeft dus het recht terug te slaan na de slachting van 7 oktober jl. door Hamas. Juristen zijn dan in staat zich af te vragen of Hamas wel een staat vertegenwoordigt. Anderen vragen zich af of Israël niet gewoon Gaza bezet, want dan had Israël volgens internationaal recht helemaal Gaza niet mogen aanvallen. Ja, hoe kom je er op: als één enkele Israëliet zich in dat ‘bezet’ gebied zou hebben vertoond de afgelopen jaren, zou hij zonder meer vermoord zijn. Hamas executeert zelfs zijn eigen onderdanen.
Het internationaal recht als een middeleeuws dispuut
Enfin, zelfs hooggeleerde experts in het internationaal recht zijn het niet met elkaar eens over de toepasbaarheid ervan, zie De Volkskrant. Het doet een beetje denken aan de middeleeuwse discussie over de vraag hoeveel engelen op een speld passen. Ik ga er maar vanuit dat Israël het recht heeft Gaza aan te vallen als een vorm van verdediging. Dan komt direct de volgende eis van internationaal recht, namelijk dat de gevolgen voor de burgerbevolking ‘proportioneel’ moeten zijn.
Duizenden burgerdoden in Gaza als gevolg van Israëlische bombardementen is niet proportioneel, hoor je dan steeds. Onschuldige burgers mogen niet het slachtoffer zijn. Je hoort echter weer weinig over het gebrek aan bescherming dat Hamas aan zijn eigen bevolking biedt. Is dat dan ook niet in strijd met het internationaal recht? Of het feit dat Hamas na jarenlange ervaring moet hebben geweten dat Israël een aanval op Israëlische burgers altijd beantwoordt met tegenaanvallen?
Het is volgens het internationaal oorlogsrecht niet toegestaan aanvallen te richten op burgerdoelen. Staten die dit recht overtreden zijn in beginsel strafbaar. Israël zou in strijd met dit oorlogsrecht handelen. Het meest in de publiciteit gekomen is de belegering van het Al-Shifa-ziekenhuis in Gaza-stad. Israël betwist dat dit een aanval op een burgerdoel is, want Hamas zou daar een commandocentrum hebben of hebben gehad.
Verontwaardiging over aanvallen op ziekenhuis is selectief
Laten we toch eens aannemen dat het Al-Shifa-ziekenhuis inderdaad een puur burgerdoel is. Wat moeten we dan denken van de grote verontwaardiging die ook in Nederland heerst over de belegering van dit ziekenhuis? Is het dan niet vreemd dat er in de afgelopen jaren nooit grote demonstraties zijn geweest tegen het bombarderen van ziekenhuizen door Rusland in Syrië? Vanaf 2016 heeft Rusland als steun aan het regime van Bashar al-Assad minstens 244 aanvallen op zorgcentra uitgevoerd. Rusland noch Syrië hebben daarbij geclaimd dat zich in de ziekenhuizen commandocentra van de ‘vijand’ gehuisvest waren. Toch bleven massale demonstraties in Nederland tegen de Russische bombardementen uit. Waarom zijn al die uitgesproken critici van Israël geen critici van Russische wandaden in Syrië en nu in Oekraïne?
Ik zal het maar niet gooien op verborgen antisemitische sentimenten die in Nederland nog springlevend zijn, of op de islamitische gedachte dat Joden heidenen zijn die de Arabieren al meer dan honderd jaar in de weg zitten.
De dubbele standaard voor Israël
Maar een feit blijft dat aan Israël voortdurend hogere standaarden worden opgelegd dan aan andere staten. Israël is de enige democratie in het Midden-Oosten. Toch is het land vaak veroordeeld door de VN voor mensenrechtenschendingen. Andere landen waar de mensenrechtensituatie minstens zo erg zijn, worden ontzien. Het regime in China, bijvoorbeeld, kan grote delen van zijn eigen bevolking, zoals de Oeigoeren, ongestraft achter tralies of in kampen zetten, of zelfs vermoorden, zonder dat er ooit een veroordeling vanuit de VN komt. De VN tikt Israël voor mindere vergrijpen continu op de vingers.
Zo is in de VN Israël veroordeeld omdat het land de rechten van Palestijnse vrouwen zou schenden. Saoedi-Arabië en Iran waren mede-ondertekenaars van deze resolutie. Dat zijn duidelijk geen landen waar vrouwen veel rechten hebben. Deze landen zijn echter nooit veroordeeld geweest voor het schenden van vrouwenrechten. Het tekent de dubbele standaard die in het internationale recht geldt als het om Israël gaat.
Machtsverhoudingen bepalen internationaal recht
Wat internationaal recht is en of er sprake is van een overtreding wordt eerder bepaald door internationale machtsverhoudingen dan door rechtsgevoelens. Politiek opportunisme speelt een grote rol bij het al dan niet handhaven van internationaal recht. Dat blijkt ook uit de situatie in het Midden-Oosten, zoals ik al eerder heb beschreven. Zoals we weten is er de laatste 500 jaar geen Palestijnse staat geweest tot aan de Oslo-akkoorden van 1993. In het mandaatgebied Palestina woonden ten westen van de Jordaan Joden en Arabieren. Beide bevolkingsgroepen zou je met enig recht Palestijnen kunnen noemen. De Arabieren begonnen zich pas Palestijnen te voelen toen, al voor WOII, grootscheepse Joodse immigratie op gang kwam.
Nadat Arabieren in 1964 de Palestijnse bevrijdingsorganisatie (PLO) hadden opgericht, werden de Palestijnen door de VN als een volk erkend met recht op een eigen staat. Maar het was nog steeds zo dat deze Arabieren in niets verschilden van de Arabieren die ook in Irak of Syrië, of waar dan ook woonden. Ze spraken en spreken ook gewoon Arabisch. Het is dus geen volk, in de zin waarin de Koerden wel een volk zijn. De Koerden vormen een etnisch onderscheiden groep van meer dan 30 miljoen mensen, die een eigen taal spreken. Zij zijn echter nooit door de VN erkend als volk en krijgen geen recht op een eigen staat. Dan zou de VN de Arabische leiders moeten aanspreken en de Arabische landen hebben (of misschien hadden) jarenlang veel invloed in de VN.
Palestijnen mogen een staat eisen, de Koerden niet
Het gevolg is dat de opstand van Palestijnen (zoals ik ze maar zal noemen) tegen Israël minstens de schijn van rechtvaardigheid heeft. De Palestijnen zijn immers als volk erkend en hebben dus recht op een land. De opstand van Koerden kent echter, volgens het internationale recht, geen enkele rechtvaardigingsgrond: zij zijn immers volgens de VN geen volk. Turkije kan daarom de Koerden in het oosten van Turkije op alle mogelijke manieren onderdrukken en hun rechten ontnemen (Wikipedia) zonder dat de VN er een ‘zaak’ van zullen maken. Inmiddels is een deel van het noordoosten van Syrië dankzij de Syrische burgeroorlog de facto een autonome Koerdische regio (Wikipedia).
Er zullen in Nederland geen grootscheepse demonstraties komen voor de Koerden ook al zijn zij een volk met een eigen taal en een eigen cultuur. Voor de Palestijnen worden wel grootscheepse demonstraties gehouden, hoewel zij geen volk zijn met een eigen taal en een eigen cultuur.
Soevereiniteit van Israël wordt niet erkend
Bij de demonstraties wordt er zelfs gesproken over ‘bevrijding’ van Palestina. Daarmee zijn we weer terug bij de beginjaren van de PLO. Activiste Roos Ykema zegt daarover:
“We vragen om vrijheid voor de Palestijnen. Ik begrijp niet zo goed wat daar zo radicaal en onveilig aan is. Het feit dat mensen daarvan schrikken, geeft ons alleen maar meer reden om daarmee door te gaan. Vrijheid zou voor iedereen vanzelfsprekend moeten zijn. We demonstreren omdat we een andere mening zijn aangedaan, een protest mag mensen best een ongemakkelijk gevoel geven.”
RTL
Zij verstaat niet alleen de Westoever, maar ook Israël onder Palestina. Ykema laat daarmee het gebrek aan respect voor een bestaande soevereine staat als Israël zien dat onder de pro-Palestinabeweging heerst. Dat gebrek aan respect treffen we uiteraard ook aan bij Hamas. Israël is namelijk een staat waar de mensen, Joden en Arabieren, vrij zijn. Beide groepen kunnen stemmen bij verkiezingen. Op de Westoever en in Gaza zijn al meer dan 15 jaar geen verkiezingen meer gehouden.
Israëliërs zijn in de handen van rechts nationalisten gedreven
Dat alles wil natuurlijk nog niet zeggen dat Israël een soort heilstaat is. De huidige regering Netanyahu doet bijvoorbeeld geen enkele moeite tot een vergelijk te komen met de Palestijnen op de Westoever. Integendeel, hij maakt de situatie nog hopeloze door uitbreiding van Joodse nederzettingen op de Westoever toe te staan.
Dat wil dan ook weer niet zeggen dat Israël zich zonder meer moet terugtrekken van de Westoever, zeker niet gezien de ervaringen met Gaza. Volgens het internationaal recht – ik zal daar ook maar een keer een beroep op doen – hoeft een bezetter van een bezet gebied zich pas terug te trekken als er een definitieve vredesregeling is. De Oslo-akkoorden van 1993 waren een eerste stap op weg naar zo’n vredesregeling, maar die akkoorden werden over en weer gesaboteerd. Terroristische aanslagen door Palestijnen waren daarbij een belangrijke factor.
Of er ooit nog een vredesregeling zal komen, is alleen maar onzekerder geworden. De slachting die Hamas op 7 oktober in het zuiden van Israël aanrichtte, zal de vredesbeweging in Israël geen goed doen. Hamas is daar alleen maar blij om. De terreurbeweging heeft geen behoefte aan vredesduiven in Israël. Het is dan ook geen toeval dat hun aanval was gericht op kibboetsen waar vredesactivisten woonden. Er zit namelijk al decennia een systeem in de aanvallen van Palestijnse terreurgroepen, zoals ik eerder schreef. Als de vredesbeweging veel aanhang in Israël heeft, zorgen terreurgroepen er wel met aanslagen voor dat de Israëlische kiezer een ruk naar onverzoenlijk nationalisme à la Netanyahu maakt.
Misschien kan Roos Ykema daar ook eens over nadenken wanneer ze het over vrijheid voor Palestijnen heeft.
0 reacties