Wat mij betreft is het duidelijk dat ambtenaren van de griffie van de Tweede Kamer een niet erg fraaie rol hebben gespeeld bij de affaire Khadija Arib. Die ambtenaren dachten (politieke?) rechten te hebben die hen niet toekomt. Dat begint ook wel een beetje een trend te worden. Er lijken wel steeds meer ambtenaren te zijn die zichzelf een eigen visie op het beleid van hun eigen ministerie veroorloven. Volgens de ambtenarenwet mag een ambtenaar die het niet eens is met het beleid van zijn/haar dienst, dit niet door een openbare opinie of via een betoging naar buiten brengen. Dat kan namelijk de uitvoering van dat democratisch tot stand gekomen beleid frustreren.

Ambtenaren die niet loyaal zijn aan politici

Toen hondstrouwe ambtenaren nog naar hun baasje luisterden
Bron: commons.wikimedia.org

Inmiddels zijn er voorbeelden te over van ambtenaren die zich openlijk tegen het beleid van hun eigen minister keren. Zo waren er ambtenaren op het ministerie van buitenlandse zaken die openlijk demonstreerden tegen het Israëlbeleid van hun minister. Verder publiceerden ongeveer veertig ambtenaren van het ministerie van Asiel en Migratie een advertentie in Trouw tegen hun eigen minister. Daarin lieten ze weten dat ze het niet eens waren met de weigering van hun minister een lintje toe te kennen aan vrijwilligers in de vluchtelingensector.

De ambtenaren die bij de affaire Khadija Arib betrokken waren, maakten het nog bonter. Zij slaagden erin door anoniem roddelwerk over grensoverschrijdend gedrag Arib het parlement uit te werken. Dat is mijn lezing van deze zaak. Dat is eigenlijk al zo sinds onderzoeksjournalisten van De Volkskrant in november 2022 het gedrag van een aantal topambtenaren op de griffie van de Tweede Kamer hadden beschreven.

Ambtenaren die denken ‘recht op een stoel’ te hebben

Daar was bijvoorbeeld Jaap van Rhijn, directeur huisvesting bij de griffie. Hij vond dat hij recht had op een vaste stoel bij vergaderingen van het presidium van de Kamer. Dat de griffie dienstbaar zou moeten zijn aan het functioneren van onze democratie had hij kennenlijk niet begrepen. Ik vond hem een egotripper die de werking van de democratie niet begrijpt. In een democratie zijn niet bureaucraten zoals hij de baas, maar de Kamerleden die ons – ons kiezers – vertegenwoordigen.

De krant beschrijft ook een brief van Jan Willem Duijzer, directeur bedrijfsvoering en informatisering bij de griffie. De brief was gericht aan toenmalig Kamervoorzitter Khadija Arib. Het is hetzelfde verhaal als bij Van Rhijn. Duijzer wil niet als knecht van het presidium worden behandeld. Hij vindt dus ook dat hij bij alle vergaderingen van het presidium behoort te zijn.

Maar toenmalig Kamervoorzitter Arib vond dat niet (top)ambtenaren van de griffie, maar het presidium zelf bepaalt welke ambtenaren bij het politieke overleg aanwezig kunnen zijn. Zij laat ambtenaren wachten op de gang of stuurt ze weg. Arib blijkt in sommige gevallen functionarissen met stemverheffing te hebben aangesproken. Uit de niet erg verheffende samenvatting van het latere ‘feitenonderzoek’ door bureau Hoffmann blijkt dat negen gesprekspartners hieronder emotioneel hebben geleden. Met ‘macho’-ambtenaren als Duijzer en Van Rhijn voor ogen komt dat lijden nogal komisch over.

Waren ambtenaren van de griffie ook schuldig?

Anonieme briefschrijvers?
Bron: pixabay.com

Van wie het anonieme roddelwerk afkomstig was, is tot op de dag van vandaag niet opgehelderd. Dat de leden uit het managementteam van de griffie er een rol in speelden, lijkt echter wel duidelijk. Zij herkenden immers de klachten over de ‘sociaal onveilige werksituatie’ die door Khadija Arib zou zijn geschapen. Naast de anonieme brieven waren deze verklaringen bepalend voor het starten van het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag door Arib.

Of die topambtenaren nu echt achter de anonieme brieven over Khadija Arib zaten, weet ik natuurlijk ook niet. In een tweetal bijdragen op de website van het Montesquieu-instituut, probeer ik enigszins objectief de vele vraagtekens die er rond deze affaire hangen, te plaatsten. Een van de grootste vragen, wat mij betreft, is waarom het presidium, en dan met name de toenmalige Kamervoorzitter Vera Bergkamp, maar één kant van de affaire liet onderzoeken. Die kant was namelijk het mogelijk onheuse gedrag van mevrouw Arib. Het mogelijk onheuse gedrag van leden van de griffie bleef buiten beschouwing. Ofte wel, de vraag wie welke competenties heeft bij de werkzaamheden in en rond het presidium, kwam niet aan de orde. Daarmee stond ook al bij voorbaat vast dat de (top)ambtenaren wel slachtoffers, maar geen daders konden zijn.

Alleen Arib kon schuldig zijn

Dat bleek bijvoorbeeld ook uit het advies van de landsadvocaat Pels Rijcken over deze zaak. Ook de landsadvocaat bleek zich niet afgevraagd te hebben of dit conflict door topambtenaren van de griffie zelf was opgestookt. Ergens in november 2022 kreeg onderzoeksbureau Hoffmann de opdracht een feitenonderzoek te doen naar het bestaan van een onveilige werksituatie op de griffie, veroorzaakt door Khadija Arib.

Ook hier bleef de mogelijk negatieve rol die de griffie had gespeeld buiten beschouwing. Hoffmann deed een jaar over dit onderzoek. Toch kwam er vrijwel niets van belang uit dit onderzoek. De enige negatieve conclusie voor Arib was eigenlijk de al eerder genoemde stemverheffing waarmee Arib sommige ambtenaren had aangesproken. Of die ambtenaren zelf Arib met stemverheffing Arib hadden aangesproken, horen we uiteraard niet.

De zwijgcultuur rond het lekken naar de pers

Dan is er dus nog de vraag wie naar de pers gelekt heeft over het voorgestelde feitenonderzoek naar Arib. De eerste verdachte, Sonja K., is inmiddels vrijgesproken (nu.nl). Volgens de rechtbank heeft het onderzoek naar Sonja K. wel “belastende omstandigheden opgeleverd, die wijzen op mogelijke betrokkenheid van de verdachte bij het lekken”. Die omstandigheden leverden echter niet het overtuigende en wettige bewijs op van de betrokkenheid van Sonja K.

Zwijgcultuur
Bron: commons.wikimedia.org

Overigens rijst uit het rechtbankverslag het beeld van een zwijgcultuur op. Zo wordt gemeld “dat van de personen die zijn gehoord een groot deel terughoudend leek te zijn met het afleggen van een verklaring, in die zin dat zij vermoedelijk niet het achterste van hun tong hebben laten zien.” Degenen die gehoord zijn dekken elkaar in stilzwijgen. Dat was al gebleken uit het stilzwijgen over een geheime bijeenkomst, die plaatsvond op 28 september 2022. Tijdens die bijeenkomst werden ‘scenario’s’ besproken op welke wijze de beschuldigingen tegen Khadija Arib wereldkundig konden worden gemaakt. Pas toen die bijeenkomst door een ambtenaar werd onthuld, kwamen er ook enkele verdachten in beeld, waaronder dus vooral Sonja K.

Waarom zette Bergkamp Arib in de beklaagdenbank?

Mijn conclusie luidt dat veel betrokkenen er belang bij hadden deze affaire vooral niet als een soort politieke competentiestrijd tussen politicus Khadija Arib en (top)ambtenaren van de griffie te beschouwen. Dan hoefden immers die topambtenaren bij de griffie zich niet te verantwoorden voor hun gedrag.

Dan blijft natuurlijk wel de vraag staan wat het belang van Vera Bergkamp was om haar voormalige collega Arib in de verdachtenbank te zetten. Was zij jaloers op het succes van haar voorganger, terwijl zij zelf als een niet kordate Kamervoorzitter werd beschouwd? Of heeft zij zich in de luren laten leggen door de ambtenaren van de griffie? Was ze niet kordaat genoeg om zich onafhankelijk op te stellen tegenover haar eigen ambtenaren, zoals Arib dat wel kon?

Start een parlementaire enquête

Openbaar verhoor bij parlementaire enquête Bron: commons.wikimedia.org

We zullen het waarschijnlijk nooit te weten komen. Wel weten we dat door haar optreden politici vogelvrij verklaard zijn. Op wraak beluste topambtenaren die zich in hun ego aangetast voelen, kunnen zich ten alle tijde anoniem over politici beklagen.

Hoe dan ook, het lijkt mij aan te raden deze hele zaak van voor af aan opnieuw te laten onderzoeken. Daarbij zouden niet alleen Arib, maar ook Bergkamp en de (voormalige) topambtenaren van de griffie als mogelijke daders beschouwd moeten worden. Gezien de eerder genoemde zwijgcultuur die er rond dit onderwerp hangt, lijkt mij een parlementaire enquête het aangewezen middel.


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.