CDA-prominent Ernst Hirsch-Ballin is een integer man. Toen in 2010 de vraag aan de orde kwam of het CDA met de PVV moest samenwerken, was hij hartstochtelijk tegen. Dat kostte hem een plaats in het daaropvolgende kabinet. Dat betekende ook hoogstwaarschijnlijk dat hij in 2011 geen vicepresident van de Raad van State kon worden. Die baan ging naar ‘verzetsheld’ Piet-Hein Donner die wel de samenwerking met de PVV had gesteund. Hirsch-Ballin is dus geen opportunist die stellingen inneemt met het oog op zijn carrière.
Zijn loopbaan heeft overigens niet al te veel geleden van zijn consistente opstelling tegenover de PVV. Hij heeft een mooi lijstje functies weten te verzamelen. Een aantal van die functies heeft hij inmiddels achter zich gelaten. Dit voorjaar nam hij afscheid als universiteitshoogleraar in Tilburg. Hij deed dat met een afscheidsrede over internationaal recht die vergezeld ging van een publiciteitsoffensief. Het is dus kennelijk tijd voor een evaluatie van de bijdrage van Hirsch-Ballin aan de wereld. Heeft hij de wereld verbeterd?
Hirsch-Ballin over het internationale recht
Behalve dat Hirsch-Ballin een integer man is, heeft hij ook hoge doelen in zijn vaandel geschreven. Een van die doelen is de universele eerbiediging van individuele mensenrechten. Deze mensenrechten zijn vastgelegd in internationale rechtsovereenkomsten met rechtskracht. Staten die deze rechten met voeten treden zijn in beginsel strafbaar, maar helaas, gestraft worden ze niet. De toepassing van het internationale recht hangt namelijk af van de bereidheid van staten om zich te onderwerpen aan het internationale recht. De schurkenstaten (Rusland, China, Syrië, Wit-Rusland, enz. enz.) hebben die bereidheid niet.
We schreven eerder: “Het internationaal recht is een vat vol ongerijmdheden. Je kunt uit het internationale recht afleiden wat je maar wilt.” Israël is de enige democratie in het Midden-Oosten en ook het enige land in de regio dat zijn eigen bevolking niet onderdrukt. Toch is het land vaak veroordeeld door de VN voor mensenrechtenschendingen. Andere landen waar de mensenrechtensituatie minstens zo erg zijn, worden ontzien.
Internationaal recht is niet bindend, want ….
Hirsch-Ballin weet dit natuurlijk ook. In zijn afscheidsrede schrijft hij: “De bindende kracht van het internationale recht wordt nog steeds afhankelijk gemaakt van instemming door de staten waaraan verplichtingen worden opgelegd” (blz.25). Bovendien is de mensenrechtenbescherming afhankelijk van de feitelijke machtsverhoudingen en de mate waarin staten nationale belangen laten prevaleren.
Dus, als staten niet willen meewerken aan een onderzoek naar de mensenrechtensituatie, of als er een veroordeling van het optreden van een staat dreigt, dan is er altijd wel een coalitie te vinden die dat blokkeert. Anders is er wel een staat te vinden met vetorecht in de veiligheidsraad van de Verenigde Naties die veroordelingen van en/of optreden tegen staten kan blokkeren. Dat laatste is natuurlijk van toepassing op Rusland dat een vetorecht heeft en daarom ook andere schurkenstaten (Syrië) uit de wind kan houden.
… de Verenigde Naties is geen federatie…
Het probleem is dat de staten die zich verenigd hebben in de Verenigde Naties (VN) zich niet onderworpen achten aan die VN. De VN is met andere woorden geen federatie met een sterke centrale regering en een eigen onafhankelijke politiemacht. In de woorden van Hirsch-Ballin: “Een autoriteit die de Russische Federatie en haar staatshoofd kan verplichten tot een ander beleid, ontbreekt zolang (…) de rechtsmacht van internationale rechters door de Russische Federatie wordt afgewezen.” En: “Dit heeft als gevolg dat staten die zich niet binden, hun soevereiniteit kunnen inroepen en het dwingende karakter van normen van internationaal recht kunnen ontkennen” (blz. 31).
Maar hadden we iets anders kunnen verwachten? Zelfs in de EU is het onmogelijk om lidstaten zich te laten houden aan de EU-beginselen die ze zelf onderschreven hebben. Want, hoewel er sancties zijn voor de overtreders, kunnen die nooit in werking treden, omdat unanimiteit vereist is bij een besluit over sancties (zie hier). Als het in de EU al niet kan, kun je zeker niet verwachten dat in een zwakker verband als de VN het straffen van overtreders mogelijk is.
… dus schurkenstaten worden niet gestraft
Schurkenstaten kunnen zich te allen tijde verschuilen achter hun eigen Grondwet die niet erg gericht is op de bescherming van de mensenrechten. In die Grondwet wordt eerder de macht van de leider precies omschreven. Dit is wat er gebeurd is bij de herziening van de Russische Grondwet in 2020, zoals Hirsch-Ballin beschrijft op blz. 42.
Maar is er dan nog hoop bij Hirsch-Ballin? Zijn collega in het internationale recht, Willem van Genugten, die in 2015 afscheid nam van de universiteit in Tilburg had nog enig vertrouwen in de organen van de Verenigde Naties. Dat was, wat mij betreft, wel gebaseerd op naïef optimisme. Hirsch-Ballin, echter, die de rede van zijn collega overigens niet vermeldt, laat eerder wanhoop doorklinken, al zegt hij dat niet met zoveel woorden.
Vreemdelingen
In zijn verleden als minister had Hirsch-Ballin vreemdelingenbeleid onder zijn hoede. In die functie, maar ook daarbuiten, sprak hij zich geregeld negatief uit over de opstelling van Wilders (zie ook hierboven). Hij vertaalde de opstelling van Wilders c.s. naar mijn idee nogal eenzijdig als “islamhaat”. Zo zegt hij ook in zijn afscheidsrede op blz. 47 dat er in Nederland politieke stromingen zijn die zich baseren op etnische, ideologische, of raciale afgrenzing ten opzichte van anderen.
De werkelijke problemen van immigratie, die ook door Wilders worden benoemd, dekte hij daarmee toe. Bijvoorbeeld het probleem dat immigratie tot negatieve herverdelingseffecten leidt die vooral bij de laagstbetaalden in Nederland terechtkomen. Die laatste groep moet gaan concurreren met immigranten om woonruimte, om zorg, om bijstand.
Dan is er ook nog het probleem dat per saldo immigratie in Nederland tot een voortdurend stijgende bevolking leidt. Wij hebben dat zelf uitgerekend (zie hier, een verbeterde versie verschijnt in het economenblad ESB). Ook een rapport van CBS/NIDI liet in beperkte mate zien dat de Nederlandse bevolking bij het huidige migratiesaldo in ieder geval tot 2050 blijft toenemen. Nederland is het dichtstbevolkte land van de EU. Hoe dichter bevolkt willen we nog worden? Moet Nederland accepteren dat, als het immigratiesaldo zo groot blijft als het nu is, Nederland het Singapore van de EU gaat worden?
Laat de vreemdelingen tot ons komen…
Dit soort vragen stelt Hirsch-Ballin niet. Sterker, hij ontkent dat dit soort problemen bestaan. In een interview met De Volkskrant (alleen voor abonnees) zegt hij dat als de besluitvorming alerter was geweest, er genoeg woningen zouden zijn geweest voor iedereen. De bestuurders hadden moeten weten dat de bevolking groeit, los van de vluchtelingen. Een curieuze uitspraak: het geboortecijfer ligt gemiddeld onder het niveau waarbij de bevolking constant blijft. Zonder migratie zou de bevolking dalen.
Als we een aantal andere uitspraken, recent door Hirsch-Ballin gedaan, tegen het licht houden, dan lijkt vooral het belang van de immigranten voorop te staan. Zo schreef hij in 2019 in het Journaal Vreemdelingenrecht: “De asielprocedure is voor velen de enige weg om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning. (…) Een Vreemdelingenwet 2030 zou daarom de mogelijkheid kunnen omvatten om in plaats van een beschikking tot toelating een verblijfsovereenkomst te sluiten voor een periode van vijf jaar of voor onbepaalde tijd tussen de staat en een vreemdeling.”
… ook als ‘we’ ze niet nodig hebben
Met andere woorden, Hirsch-Ballin wil dat kansloze asielzoekers alsnog worden toegelaten. Dit doet denken aan het voorstel van de Europese Commissie (EC) die recent heeft voorgesteld om het voor mensen van buiten de EU makkelijker te maken om in de EU een werkvergunning te krijgen. Daarmee wordt een bekend probleem ‘opgelost’. Dat is namelijk dat vijftig procent van de asielzoekers kansloos zijn, maar een groot deel toch niet terugkeert naar hun moederland. Door hen alsnog een verblijfsovereenkomst te bieden, zullen deze ‘kanslozen’ misschien geen beroep doen op het toch al overbelaste asielstelsel. Zij krijgen dan immers, als het aan Hirsch-Ballin ligt, direct een verblijfsovereenkomst.
Daarmee zetten Hirsch-Ballin en in zijn spoor de EC de grenzen in Europa wagenwijd open. In ieder geval voor inwoners van een aantal Noord-Afrikaanse landen die de EC op het oog heeft. Helaas zijn dit mensen waar Nederland niet op zit te wachten. Gelukkig voor Nederland is een besluit voor een werkvergunning een nationale bevoegdheid. Het lijkt dan ook niet erg waarschijnlijk dat veel EU-lidstaten meegaan met dit voorstel. Zeker Hongarije en Polen zullen de grens voor mensen uit Afrika potdicht blijven houden.
Is Hirsch-Ballin voor een gemeenschappelijk asielbeleid?
Hirsch-Ballin is een groot voorstander van een gemeenschappelijk asielbeleid. Terecht, zou ik zeggen. Als een land deel uitmaakt van een (min of meer) federaal verband zijn er naast rechten ook verplichtingen. Iedere lidstaat zal bereid moeten zijn aanvragen van asielzoekers te beoordelen en bereid te zijn statushouders te huisvesten. Maar deze ideaalsituatie bestaat niet. Hongarije, bijvoorbeeld, is niet bereid zijn eigen immigratiewetten die in strijd zijn met de EU-wetten op te geven. Kansloze asielzoekers komen Hongarije niet in.
Dat Hirsch-Ballin soms ook pragmatisch kan zijn, bewijst hij als co-auteur van het Wrr-rapport “Europese Variaties”. Namens de Wrr pleit hij voor het benutten van variatie in de Europese integratie. Als ik het goed begrijp betekent dit dat lidstaten niet mee hoeven te werken aan een gemeenschappelijk asielbeleid. Als ze maar wel bereid zijn mee te betalen aan de kosten van het asielstelsel. Enige flexibiliteit in denken over het asielbeleid is hem dus toch niet vreemd.
Maar dat leidt wel tot vragen. Wil Hirsch-Ballin nu wel of geen gemeenschappelijk asielbeleid? Wil hij nu wel of niet dat ‘vreemdelingen’ op eenvoudige wijze aan een verblijfsvergunning kunnen komen? En zo ja, in de hele EU, of alleen in Nederland?
Conclusie
Door deze vragen kunnen we moeilijk antwoord geven op de vraag of Hirsch-Ballin de wereld heeft verbeterd. Op het terrein van het internationaal recht heeft hij misschien de theorie vooruitgeholpen. Dat kan ik echter niet beoordelen. Voor de praktijk heeft hij geen grote betekenis gehad. Dat kunnen we hem uiteraard niet aanrekenen. Wie kan er tegen megaschurk Putin op? De EU niet, president Joe Biden niet en dus zeker Hirsch-Ballin niet.
Op het terrein van het vreemdelingenbeleid moeten we echter zuinigjes oordelen dat hij het belang van de Nederlandse burger wel wat meer had mogen meewegen. Wil de Nederlandse burger dat kansloze asielzoekers volop blijven instromen en deels niet meer vertrekken? Wil de Nederlandse burger dat Nederland het Singapore van de EU wordt? Dat zijn echter geen vragen waar Hirsch-Ballin zich mee bezighoudt.
0 reacties