Zoals bekend is prinses Laurentien gestopt als voorzitter van de Stichting (Gelijk)waardig Herstel. Deze stichting zet zich in voor gedupeerden door de kindertoeslagenaffaire. Zij had daarbij haar eigen methode. Voor wie het precies wil weten, er is een document van 144 bladzijden dat de methode Laurentien lijkt uiteen te zetten. Ik kan niet zeggen dat ik de praktische waarde van de aanbevelingen van dit document goed begrijp. De methode van prinses Laurentien schijnt er in de praktijk op neer te komen dat de overheid meer vertrouwen moet hebben in het verhaal van de gedupeerde toeslagenouders. De methode van het Rijk liet vertrouwen niet toe. Integendeel: de methode-Rijk eiste bewijs dat de financiële schade door de overheid was veroorzaakt.
De methode-Laurentien kostte miljarden
Volgens de stichting vindt prinses Laurentien dat ze ‘haar rol niet langer vanuit de inhoud kan vervullen’. Er was namelijk ophef ontstaan over haar gedrag tegenover ambtenaren van het ministerie van Financiën. Dat ministerie moet de problemen van de ouders die door de toeslagenaffaire gedupeerd zijn oplossen. Op het ministerie besprak ze geregeld de voortgang van haar methode.
Het is waarschijnlijk geen verrassing dat met de methode-Laurentien veel hogere bedragen werden uitgekeerd dan met de methode-Rijk. Het schijnt te gaan om miljarden euro’s extra. Ambtenaren oordeelden bovendien dat de controle op het verhaal van de gedupeerde ouders soms onvoldoende was. Dat leidde kennelijk tot irritatie bij prinses Laurentien. Tijdens het overleg met ambtenaren zou zij geen tegenspraak dulden, ambtenaren uitschelden, enz. Het Algemeen Dagblad kwam als eerste met dit bericht. De krant meldde op 7 augustus jl. dat het overleg tussen prinses Laurentien en ambtenaren met enige regelmaat uit de hand liep. Er zou een patroon van intimidatie zijn onstaan, dat leidde tot een angstcultuur.
Werkt er bij Financiën een leger angsthazen?
Ik ben daar natuurlijk niet bij geweest. Bovendien is het ook alweer lang geleden dat ik met enige regelmaat het ministerie bezocht. Wat ik mij van mijn vroegere bezoeken aan het ministerie herinner was dat daar geen angsthazen huisden. Eerder waren er mannen (haast geen vrouwen toen) vol zelfvertrouwen met keurig gepoetste lakschoenen. Zij lieten mij merken dat mensen van de universiteit toch echt geen verstand hebben van de praktijk van de openbare financiën.
Hoe kunnen, met andere woorden, ambtenaren van Financiën bang zijn geworden voor prinses Laurentien? Is het aanstellingsbeleid op het ministerie dan zo veranderd dat er alleen nog maar trillende rietjes op het ministerie werken? Of wilden de ambtenaren gewoon van de prinses af en verzonnen ze de klachten? De Stichting Gelijkwaardig Herstel erkende overigens dat de gesprekken hierover met het ministerie gepaard gingen met emoties. De prinses zou hierbij echter geen grenzen hebben overschreden.
Bijstandspopulisme
Wat ik mij eigenlijk vooral afvraag is wat prinses Laurentien bezielde om zich in de toeslagenaffaire te mengen? Waarom wilde zij de geldkraan voor de gedupeerde ouders zonder al te veel controle openzetten? Is zij soms een ‘bijstandspopulist’? Had zij zich dan niet beter eerder al kunnen melden? Namelijk toen de wetgever, inclusief Pieter Omtzigt, die draak van een toeslagenwet in elkaar aan het knutselen was?
Laten we eerst eens kijken wat populisme is. Populisten vertellen het verhaal van de elite tegen ‘het volk’. Het is in feite een soort complottheorie volgens welke een zelfzuchtige elite zichzelf probeert te verrijken ten koste van gewone mensen.
Een speciale vorm van populisme is ‘welfare populism’. Dit begrip is omschreven door de politicologe Gianna Maria Eick in een overzichtsartikel. Ik vertaal dit maar als bijstandspopulisme; sociale-zekerheidspopulisme zou ook kunnen. Volgens bijstandspopulisten krijgt de elite het voortdurend beter. Maar ze is ook in staat de welvaartsstaat zo in te richten dat mensen die ondersteuning nodig hebben dat nauwelijks kunnen krijgen. Deze mensen zijn niet in staat te voldoen aan de ingewikkelde bureaucratische processen die de elite verzonnen heeft. Ook al hebben zij ondersteuning nodig, zij krijgen die niet van de overheid. Die elite kan bestaan uit politici en ambtenaren, maar ook bijvoorbeeld mensen uit de financiële wereld met grote invloed op de politiek kunnen daar deel van uitmaken.
Wat zou je doen als je gelooft in bijstandspopulisme en je krijgt de kans behoeftige mensen te helpen die – al dan niet!! – gedupeerd zijn door de overheid? Retorische vraag: je zet de geldsluis open, want die was immers ten onrechte afgesloten voor de mensen. Het is ook aan te bevelen diegenen te bruuskeren die voor die afsluiting hebben gezorgd. Herkennen we hier prinses Laurentien?
Het toeslagenstelsel was niet ondoordringbaar
Het Nederlandse stelsel van kinderopvangtoeslagen sloot in eerste instantie niet de mensen uit die het nodig hadden. Dat bleek alleen al aan de omvang van de uitgaven. Afhankelijk van wetgeving en economische situatie bedroegen die tussen de twee en drie miljard euro per jaar (CBS). Het blijkt daarnaast ook uit het feit dat tienduizenden ouders te veel aan kinderopvangtoeslag – al dan niet ten onrechte – moesten terugbetalen. Daardoor raakten velen in de schulden, zoals de rijksoverheid zelf ootmoedig toegeeft.
Toch was het aanvragen van kinderopvangtoeslag geen kinderspel. Zoals ik eerder schreef was het recht op toeslagen ingewikkeld vormgegeven in de wet. Fraude en/of vergissingen waren daardoor onvermijdelijk geworden en ook niet meer uit elkaar te halen. Toen de Kamer vanaf 2013 fraudebestrijding belangrijker vond dan het uitkeren van toeslagen, begon de belastingdienst ijverig met het terugvorderen van toeslagen van ouders waarvan de dienst vermoedde dat die opzettelijk foute informatie hadden verstrekt.
Prinses Laurentien als een omgekeerde belastingdienst
De belastingdienst gaf ouders niet het voordeel van de twijfel bij het onderzoek naar mogelijke onrechtmatige aanvragen. Een foute invulling van de aanvraagpapieren was per definitie geen vergissing, maar was fraude. Nu wordt bij de methode-Rijk opnieuw de methode belastingdienst toegepast. Kennelijk gaat het ministerie van Financiën nauwgezet na hoeveel toeslag ten onrechte is teruggevorderd. De wet is echter nog steeds even ingewikkeld. Voor het ministerie is het daarom lastig te bepalen of er ten onrechte teruggevorderd is. En als dat het geval is, zal het ook het ministerie zwaar vallen de juiste bedragen vast te stellen waarmee de gedupeerde ouders gecompenseerd moeten worden.
Prinses Laurentien moet daar duidelijk niets van hebben. Zij lijkt ervanuit te gaan dat als men zegt geen fraude te hebben gepleegd dat kennelijk ook zo is. Dat betekent natuurlijk ook dat mensen die wel ten onrechte kindertoeslag hebben ontvangen, toch compensatie gaan krijgen. We zijn daarmee weer terug bij de begintijd van deze Toeslagenwet, in het eerste decennium van deze eeuw. Het devies was: eerst uitkeren en later gaan we misschien nog eens kijken of het uitgekeerde bedrag klopt.
Prinses Laurentien en het bijstandspopulisme
Volgens het bijstandspopulisme maakt de elite de wetten die hulp beloven aan de mensen die het nodig hebben met opzet ingewikkeld. Daarmee hoopt de politieke en bureaucratische elite uitkeringen voor het ‘gewone volk’ te blokkeren. Als dit complot er al was dan is het mislukt. Er werd – en wordt – massaal een beroep gedaan op de toeslagenregelingen. Je zou met enige fantasie de terugvorderingen en de ellenlange procedures om de compensatie te bepalen voor onterechte terugvorderingen kunnen beschouwen als een nieuwe poging van de elite om de toegang te blokkeren.
Prinses Laurentien is in deze opvatting dan de heldin die opkomt voor het gewone volk. Zij probeerde immers die nieuwe blokkade door de elite ongedaan te maken. Dat lukte haar niet. De bureaucraten deden zich voor als trillende angsthazen en wisten daarmee de prinses buitenspel te zetten.
Tot slot
Prinses Laurentien kwam toen het kalf al verdronken was. Of nee, toen het gereanimeerd moest worden. Veel eerder had zij niet mogen komen. De wetgeving van het toeslagensysteem deugde niet. Als ze dat al geweten had, had ze er toch niets aan kunnen doen. Het wordt niet op prijs gesteld als leden van het Koninklijk Huis zich met wetgeving gaan bemoeien. Of het verstandig was om een methode te bedenken die de geldsluizen wel erg ver openzette, moet de politiek maar bepalen. De methode-Rijk waarbij het kennelijk jaren duurt voor er duidelijkheid is over de compensaties, lijkt mij politiek ook weinig aantrekkelijk. Een tussenweg is er kennelijk niet.
0 reacties