Karl Popper: een theorie moet je kunnen verwerpen
In mijn studententijd raakte ik erg onder de indruk van het werk van de filosoof Karl Popper (1902-1994). De manier waarop hij korte metten maakte met giganten als Plato, Hegel, Marx en Freud vond ik bijna adembenemend mooi.
Wat was er dan fout met deze onsterfelijken? Dit: zij hadden theorieën bedacht die op geen enkele manier verworpen konden worden. Dit gold natuurlijk vooral voor Hegel en Marx. Zij hadden de loop van de geschiedenis beschreven als een onontkoombaar proces van these (kapitalistische maatschappij met uitbuiting van arbeiders), antithese (revolutie door de onderdrukte arbeidsklasse) en synthese (de heilstaat, iedereen in het paradijs).
De geschiedenis volgt geen wetmatig proces, want iedere gebeurtenis is uniek. Als de geschiedenis wel een wetmatig proces zou volgen (zoiets als de baan der satellieten rond de zon) zouden we er niet achter kunnen komen. Er zijn geen natuurlijke of laboratoriumexperimenten mogelijk waarmee de theorie zou kunnen worden getoetst, laat staan ontkracht.
Wat bewijst (het uitblijven van) een revolutie?
Was de mislukte oproep tot revolutie door Pieter Jelles Troelstra in 1918 een bewijs dat de theorie van Marx niet klopte? Of kwam deze aanzet te vroeg omdat de ellende onder de arbeiders nog niet groot genoeg was?
En was de Russische revolutie van oktober 1917 dan wel een bewijs van de juistheid van de theorie? Eigenlijk niet, want er was nauwelijks een arbeidsklasse in Rusland. Lenin en zijn trawanten zagen dat natuurlijk anders. De Russische revolutie was volgens hen wel degelijk het werk van de onderdrukte arbeidersklasse en de heilstaat zou niet lang op zich laten wachten. Wie dat niet geloofde – en dat waren er heel wat – werd een kopje kleiner gemaakt. Lenin had daar een eigenaardige rechtvaardiging voor met zijn uitspraak dat wie een omelet wil bakken, het ei moet breken.
Een theorie die altijd waar is, is een geloof
Kortom, de juistheid van de Marxistische theorie van de ontwikkeling van de maatschappij is niet te bewijzen (zie ook hier). Wat echter vooral belangrijk is, is dat die theorie ook nooit definitief kan worden verworpen. Dus – en nu keren we terug naar Karl Popper – kan de Marxistische theorie geen wetenschappelijke theorie zijn. Geen enkele gebeurtenis kan een sluitend bewijs zijn van het onwaar zijn van de theorie. Aanhangers van de theorie zien daarom ook alleen maar bevestiging van de juistheid en nergens bewijs voor het falen van de theorie. En dat is precies de verkeerde houding van een wetenschapper. Hij/zij gaat zijn/haar theorie als een preek beschouwen en kritiek op de theorie als godslastering die bestraft moet worden.
De juiste houding van een wetenschapper is om bescheiden te blijven over de bereikte resultaten. Die resultaten kunnen immers ieder moment onderuitgehaald worden, als ze onwaar blijken te zijn. De competente wetenschapper is een twijfelaar die weet dat zijn/haar kennis heel beperkt is. De incompetente wetenschapper bijgevolg is dan iemand die overtuigd is van zichzelf en denkt dat zijn ‘waarheid’ onaantastbaar is. Die waarheid bestaat echter vooral in het brein van de incompetente wetenschapper.
Deskundige mensen zijn bescheiden …
Dat verband tussen competentie en zelfvertrouwen gaat niet alleen voor wetenschappers op. Het geldt bijvoorbeeld ook voor topbestuurders in bedrijven of politieke leiders. Zij die het minst competent zijn, hebben een hoge mate van vertrouwen in hun capaciteiten. Competente mensen, daarentegen, zijn bescheiden over hun capaciteiten. Zij weten namelijk dat zij veel kennis missen.
Deze negatieve relatie tussen competentie en zelfvertrouwen staat ook wel bekend als het Dunning-Kruger verschijnsel, naar aanleiding van een paper dat Dunning en Kruger in 1999 publiceerden. De filosoof Bertrand Russell formuleerde deze hypothese echter al – min of meer terloops – in 1936. Hij schreef een beschouwing over de opkomst van Hitler in Duitsland, getiteld The Triumph of Stupidity. Een citaat: “Door moord, marteling, door de terreur van gewapende groepen, hebben zij [de Nazi’s] het intelligente en humane deel van de natie eronder gekregen. (…) De fundamentele oorzaak van het probleem is dat in de wereld van vandaag de domkoppen overlopen van zelfverzekerdheid, terwijl de slimmeriken een en al twijfel zijn.”
Domkoppen hebben vaak de macht en dringen hun gelijk met bruut geweld aan anderen op. De echte deskundigen zijn bescheiden. Soms zijn zij zo bescheiden dat ze denken geen verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor politieke beslissingen. Helaas was dat het geval in de jaren 1930/1940. De niets ontziende domheid van politieke leiders stortte de wereld in chaos en ellende.
… maar deskundige mensen werken wel harder
Er is echter ook goed nieuws. Deskundige mensen weten dat ze nog veel te leren hebben. Daarom werken ze hard, waardoor de kans op succes juist toeneemt. Deskundigheid kan domheid dan toch verslaan.
En zo zijn we ongemerkt van de wetenschapsfilosofie terecht gekomen in de wereld van alledag. Door te twijfelen over de waarde van je eigen verworven vaardigheden en kennis, ga je je meer inspannen om je tekort aan te vullen. Daardoor kun je ook de waarde van je bijdrage aan de maatschappij vergroten. Het kan ook tot groter succes in je werk leiden.
Blijf daarom nooit hangen bij je prestaties uit het verleden, maar ga steeds na of er misschien een andere werkwijze of denkwijze nodig is om die prestaties te kunnen verbeteren. Deze aanbeveling heb ik niet van mezelf, maar komt uit het boek Think Again van Adam Grant. Hij constateert dat wij moeite hebben met het ter discussie stellen van onze eigen aannames. Dit boek gaat over de waarde die het heeft als je dat toch doet. Of, zoals de auteur zegt, “the value of rethinking” (blz. 8).
BlackBerry ging ten onder aan vasthouden van oud recept
Een sprekend voorbeeld van het te lang vasthouden aan bekende recepten, is het verhaal van de opgang en de neergang van de BlackBerry telefoon. Het apparaat was geschikt voor zakelijk emailverkeer en daarom zeer succesvol. De BlackBerry had in 2009 de helft van de markt voor smartphones in zijn bezit. Het apparaat was echter niet gemaakt om er mee te doen wat veel consumenten nu met hun smartphone doen, zoals You Tube filmpjes bekijken, websurfen, WhatsAppberichtjes versturen, enzovoorts.
Toen kwam de iPhone op de markt die dat allemaal wel kon en dat bleek een succes. De topman van het bedrijf en bedenker van de BlackBerry-technologie, Mike Lazaridis, hield echter vast aan de unieke eigenschap, namelijk het snel en soepel kunnen verzenden van emails. Hij wilde er niet nog eens over nadenken of die kracht niet wat verminderd moest worden om zo plaats te kunnen maken voor ruimere gebruiksmogelijkheden. De BlackBerry bleef zoals die was. Het resultaat was dat het marktaandeel van de BlackBerry in 2014 gedaald was naar nog geen 1 procent.
Pas op voor je dictator van binnen …
De lotgevallen van de BlackBerry laten ons zien wat er gebeurt als je te defensief bent bij het verdedigen van je opvattingen. Adam Grant waarschuwt ons daarom voor de ‘dictator van binnen’ die ons als een soort lijfwacht beschermt tegen aanvallen op onze opvattingen. Adam Grant haalt op blz. 61 Nobelprijswinnaar in de economie Daniel Kahneman aan. Kahneman had gezegd dat hij ervan geniet als hij ontdekt dat een van zijn opvattingen onjuist is. Het betekent namelijk dat hij daarna minder onjuiste opvattingen heeft dan daarvoor. Door te ontdekken dat je fout zit, weet je ook zeker dat je iets geleerd hebt.
Identificeer je dus niet te veel met je opvattingen. Hoe meer je dat doet, des te minder je in staat bent van gedachten te veranderen als de wereld verandert. Het zou bijvoorbeeld niet handig zijn als je als leraar nog gelooft in lijfstraffen in het onderwijs (al sinds de 19e eeuw verboden in Nederland). Je kunt dan kennelijk niet leren welke methoden wel werken om leerlingen te vormen tot leergierige en deugdzame burgers.
… want voor je het weet ben je een terrorist
Mensen die onwrikbaar in hun eigen waarheid geloven doen niet alleen zichzelf tekort, zij kunnen ook een gevaar voor anderen worden. Wij denken direct aan fundamentalistische moslims, of aan hun tegenpolen, zoals Brenton Tarrant. Fundamentalistische moslims denken dat mensen die het wagen de waarheid van de Koran ter discussie te stellen uit naam van Allah gedood mogen worden. Om een soort omgekeerde reden denken mensen als Brenton Tarrant dat moslims gedood mogen worden.
Adam Grant noemt het voorbeeld van de Unabomber Ted Kaczynski. Kaczynski vond dat technische vooruitgang een ramp was voor de mensheid. Die onwrikbare opvatting was kennelijk een rechtvaardiging voor het gebruik van geweld. Adam Grant schrijft op blz. 75: “Als Kaczynski had geleerd zijn eigen opvattingen ter discussie te stellen, zou hij dan ook het gebruik van geweld nog gerechtvaardigd vinden?” Iemand die niet kan ontdekken dat hij een fout maakt, kan uiteindelijk dingen doen die heel erg fout zijn. In het geval van Kaczynski waren dat tientallen dodelijke bombrieven die hij naar willekeurige mensen stuurde.
Adam Grant bedankt Karl Popper niet
Het gedachtengoed van Sir Karl Popper is dus vruchtbaar gebleken voor Adam Grant. Het basisidee van Popper was dat je je wetenschappelijke ideeën ‘kwetsbaar’ moet formuleren. Dat wil zeggen dat als die ideeën niet waar blijken te zijn, dit zo eenvoudig mogelijk moet kunnen worden aangetoond. Adam Grant veralgemeniseert dit door dit beginsel niet alleen op wetenschappelijke ideeën, maar op alle mogelijke ideeën van toepassing te verklaren. Grant vindt, analoog aan Popper, dat je je met je opvattingen kwetsbaar moet opstellen. Dat wil in dat geval zeggen dat, zodra je opvattingen, op een of manier fout blijken te zijn, je ze ook heel makkelijk moet kunnen loslaten. Als je dat niet wil, zul je ook nooit iets leren. Erger, je kunt een gevaar voor de maatschappij worden.
Goed dus dat Grant de wetenschapsfilosofie van Popper op alle gebieden van het leven toepasbaar heeft verklaard. Is hij zijn inspiratiebron dankbaar? Nee, in zijn boek tref je de naam van Karl Popper niet eens aan. Dat is dan wel een schaduwzijde van dit interessante boek.
0 reacties