Vestia is een woningcoöperatie waar eens (1999—2012) Erik Staal als alleenheerser de scepter zwaaide. Erik Staal was een bestuurder die zelf de leden van zijn raad van commissarissen uitkoos. Zo’n raad heeft als taak om toezicht te houden op de directie. Maar als er toezicht gehouden moet worden op een bevriend iemand, zal dat toezicht wel niet zo streng zijn. Het ging inderdaad mis.

Staal: dictator zonder onafhankelijk toezicht

Het is een bekend verschijnsel dat bij vriendschappelijke banden tussen de directeur en de toezichthouders, zowel de directeur als de toezichthouders regels van goed bestuur op een gegeven moment laten varen. Dat gebeurt ook, of misschien wel vooral, als de organisatie een ideëel doel heeft. Vestia had en heeft tot doel woningen voor de minst bedeelden onder ons voor een redelijke prijs beschikbaar te stellen. Een voorbeeld van een internationale ideële organisatie met falend toezicht vind je hier. Maar Nederland had dus Vestia met een dictator, Erik Staal, aan het hoofd en bevriende toezichthouders (lees hier wie allemaal commissarissen bij Vestia waren).

Het had er alle schijn van dat Staal toezichthouders uitkoos die hem in alles zouden steunen. Hij kon daarom doen wat hij wilde, want enige tegenwind zou er nooit zijn. Hij was een dictator, maar dan misschien wel een dictator die het beste met de woningcoöperatie voor had. Er werd dan ook beweerd dat het dankzij Staal heel lang erg goed ging met Vestia. Waarom zouden commissarissen dan tegenwind produceren, als Vestia de wind mee had?

Toezichthouders waren afhankelijk van Staal

Staal kreeg geen weerwoord van zijn commissarissen, maar hijzelf leek ook zijn eigen werknemers geen weerwoord te leveren. De financiële man van Vestia, Marcel de Vries, kon ongehinderd met de semi-belastinggelden van zijn werkgever Vestia speculeren op een rentestijging. Het risico op een rentedaling was echter niet afgedekt. Dus, Vestia zou moeten betalen als er een rentedaling zou komen in plaats van de gehoopte rentestijging (zie hier voor een toegankelijke uitleg van deze zogenaamde rente swaps). Die rentedaling kwam er toch. Eind 2011 bleek dat Vestia voor miljarden euro’s in het krijt stond bij banken waarmee De Vries de contracten had afgesloten.

Omdat de toezichthouders zich volkomen afhankelijk hadden gemaakt van de informatie die Staal hen wenste te geven, waren zij ook niet op de hoogte van de risico’s die De Vries aan het nemen was op kosten van Vestia. Zo ook Susan Baart, partijgenoot, goede bekende van Staal en bovendien een financieel lichtgewicht. Zij werd later, net als de andere commissarissen die rond 2012 in functie waren bij Vestia, medeverantwoordelijk gehouden voor het verlies van 2 miljard euro. Ter compensatie moest zij daarvoor een bedrag aan Vestia overmaken. Dat bedrag bedroeg 8.000 euro, 0,000004% van de schade die mede veroorzaakt was door falend toezicht.

Later hekelde ze de pers omdat ze als een “dom blondje” was afgeschilderd in de Vestia-affaire. Letterlijk zei ze in de NRC: “(…) je moet je wel afvragen of wij het goede gereedschap hadden. De accountant, de toezichthouders, het ministerie zelf: iedereen heeft in alle stukken, beoordelingsbrieven en verslagen altijd aangegeven dat het crescendo ging. De treasurer werd geprezen dat hij het zo goed voor elkaar had. Pardon? Hoe moeten commissarissen dan zien dat het niet goed zit? Daarom is het niet leuk als je als dom blondje wordt afgeschilderd.”

Staal zag geen corruptie bij de financiële man

De derivatencontracten die De Vries had afgesloten, leken puur op wilde speculatie gebaseerd te zijn. Dat was al erg genoeg, maar het was nog erger. De Vries was namelijk omgekocht door een tussenhandelaar om voor honderden miljoenen euro’s riskante derivaten te kopen op kosten van zijn werkgever Vestia. Onder de neus van Staal. Waarom rook Staal geen onraad, waarom had Staal niet door dat er ongedekte risico’s werden genomen? Een mogelijk antwoord is dat Staal zelf toezicht op financiën helemaal niet belangrijk vond.

Niet alleen Staal en zijn toezichthouders, maar ook de accountant (KPMG) rook geen onraad. KPMG waste de handen in onschuld: de getalletjes waren netjes opgeteld en het klopte. De banken (ABN AMRO, Deutsche Bank) luidden ook geen alarmklok, maar dat was geen wonder: zij zaten ook in het complot om via Vestia de belastingbetaler een oor aan te naaien. Of dat iets te maken had met het feit dat er toen bij de ABN AMRO een ander best wel slecht mens aan het hoofd stond, weten we niet.

Staal kreeg niet de schuld voor financieel fiasco

Staal was dus een dictator, die geen tegenspraak duldde en jaknikkers om zich heen verzamelde. Toch leek hij geen schuld te hebben aan de grootschalige fraude van zijn financiële man. Hij had natuurlijk wel beter op moeten letten en dat was een reden voor ontslag. Hij vertrok en kreeg een vertrekpremie van 3,5 miljoen euro mee. Dat bedrag was nodig om zijn pensioen op peil te brengen. Het leidde tot grote verontwaardiging.

De nieuwe bestuurders van Vestia wilden Staal die vertrekpremie via de rechter ontfutselen. Zij hielden hem verantwoordelijk voor het megaverlies van 2 miljard euro en lieten beslag leggen op zijn bezittingen. Dat Staal daar niet gerust op was bleek toen duidelijk werd dat hij zijn advocaat erop uit had gestuurd om te voorkomen dat twee ex-toezichthouders bij Vestia onder ede verhoord zouden worden over die 3,5 miljoen euro. Staal maakte zich ten onrechte druk, want juridisch was er geen speld tussen Staal en zijn vertrekpremie te krijgen: van de rechter mocht hij zijn vertrekpremie houden. Later kwam hij toch tot een schikking met de nieuwe bestuurders van Vestia en betaalde hij één miljoen euro van zijn vertrekpremie terug, zijnde 0,0005% van de mede door hem geleden schade.

Bron: fokkesukkearchief.nl
Overgenomen op basis van FAQ, nr. 26

So far, so good. Staal was een dictator bij Vestia, maar misschien wel een welwillende dictator. Hij wilde het belang van de woningcoöperatie en de huurders zo goed mogelijk dienen. Niet alleen in Nederland, maar ook elders, bijvoorbeeld in Zuid Afrika. Inderdaad, Staal wilde ook de volkshuisvesting in Zuid Afrika stimuleren en had daarvoor de stichting HASA opgericht, waarvan hij uiteraard de enige bestuurder werd. Vestia en andere woningcoöperaties zorgden voor de financiering.

Was Staal echt een welwillende dictator?

Hulde dus voor Staal dat hij zelfs tot in Zuid Afrika toe het belang van de volkshuisvesting wilde dienen? Helaas toch niet, hij was geen welwillende dictator. Misschien was hij het eens wel geweest, in zijn jonge jaren als lid van de PvdA. Maar in de loop der jaren is hij zich steeds meer gaan gedragen als een ‘gewone’ dictator die dacht dat hij onschendbaar was en zich alles kon veroorloven. Dus stak hij geld dat bestemd was voor een goed doel in zijn eigen zak. Hij werd er zelfs in het openbaar voor gearresteerd, zie hier.

Er liep nog een strafrechtelijk onderzoek naar het verduisteren en witwassen van de miljoenen van de stichting, maar Staal koos eieren voor zijn geld en trof een schikking. Hij ging miljoenen terugstorten, waarvoor hij zijn luxueuze villa op Bonaire zelfs moest verkopen. Veel medelijden met Erik Staal kunnen wij niet hebben, hij zal nog wel ergens een riant optrekje hebben staan. Bovendien is hij het imago van een welwillende dictator in de sector van de sociale woningbouw nu echt voorgoed kwijt.

Photo by nick olson on Unsplash