Moeten wij contacten blijven onderhouden met een dictatuur als Rusland of China? Deze vraag is natuurlijk actueel sinds de inval in Oekraïne door Rusland. Er is jarenlang door Europese leiders geprobeerd met president Poetin in gesprek te blijven om hem van agressieve acties in Europa af te houden. Dat is duidelijk niet gelukt. De dialoog heeft hem niet minder agressief gemaakt. Dictators als Poetin laten zich niet via dialoog van hun plannen afbrengen. Zij doen alleen wat hen het beste uitkomt.

Geo-politics: The play between North-Brabant and China

Daar moest ik aan denken toen ik de University Night van mijn eigen universiteit bezocht. Er was een bijeenkomst over contacten tussen China en het Westen, in het bijzonder Nederland en Brabant.

De bijeenkomst bestond eruit dat een panel van drie personen vragen beantwoordde over de relatie tussen Nederland en China. Het was enigszins jammer dat alle panelleden relatief gecharmeerd waren van China. Natuurlijk, zo zeiden de panelleden om beurten, zijn er minder positieve ontwikkelingen in China gaande. Het woord dictatuur kwam echter niet over hun lippen. Veel kritiek op China vonden ze gekleurd door het Westerse perspectief. “Vergeet niet dat China in het verleden door het Westen gekleineerd en vernederd is en dat dit sporen in China heeft nagelaten”, zo zei een van de panelleden. Dit panellid zei er net niet bij dat ook het beginsel van mensenrechten door het Westen aan China was opgedrongen. Het scheelde echter niet veel.

Monique Knapen: er is te weinig kennis over China

Monique Knapen was een van de panelleden. Zij was zeer positief gestemd over, ten eerste Chinese mensen en, ten tweede, over de mogelijkheid via dialoog en contacten met China tot wederzijds begrip te komen. Haar huidige werk bestaat eruit om kunstenaars en/of liefhebbers van kunst in beide landen met elkaar te verbinden, zoals zij in deze podcast uitlegt. Die activiteit vindt ze vernieuwend. Ze vindt verder dat er een tekort aan kennis is over China. Daarom wil ze bijeenkomsten organiseren in Nederland om informatie te geven over traditie, cultuur en kunst in China. Zoals ze zegt, die informatie hoeft niet allemaal positief te zijn, als het maar de waarheid weerspiegelt.

Juist, de waarheid. Maar is  de uitwisseling van kunstuitingen, waar Monique Knapen zich kennelijk mee bezighoudt, dan een goede manier om het ‘echte’ China te leren kennen? Hoe weten we zeker dat de kunst die uit China komt op een of andere manier de ‘echte’ Chinese kunst weergeeft? Dat weten we natuurlijk niet zeker. Eigenlijk weten we alleen zeker dat de kunst – inclusief de kunstenaar – die vanuit China komt door de dictatuur is goedgekeurd. 

Chinese kunst met de zegen van president Xi Jinping  

De kunst uit China moet uiteindelijk de huidige president ‘voor het leven’ – dus dictator – Xi Jinping bekoren. Sterker, in een dictatuur moet kunst toch vooral de dictator dienen. Kunst en/of kunstenaars die de dictator niet zint, worden volop tegengewerkt. Of die kunst nu in Europa door Chinese kunstenaars wordt gemaakt, of niet.

Dat blijkt uit een publicatie van de indexoncensorship. De publicatie meldt dat de Chinese communistische partij een uitgebreid instrumentarium tot zijn beschikking heeft om onwelgevallige kunst te blokkeren. De Chinese autoriteiten gebruiken daarvoor, onder meer, diplomatieke druk op Westerse regeringen, directe bedreiging van Chinese kunstenaars – desnoods door ze vanuit het Westen naar China te ontvoeren – en het aanzetten tot zelfcensuur door Chinese kunstenaars. Sinds Xi Jinping in 2013 aan de macht kwam, zijn dit soorten maatregelen vaker toegepast.

Dat moet ook invloed hebben op de ‘interculturele projecten’ waar Knapen zich mee bezig houdt met haar bedrijf The China Connector. Wat is nog langer het belang van culturele uitwisseling “met respect voor culturele verschillen”? Je weet immers dat er alleen culturele uitingen vanuit China naar het Westen komen die de zegen van de communistische partij hebben gekregen. Omgekeerd, culturele uitingen die men vanuit Nederland in China wil laten landen, moeten ook ‘brandschoon’ zijn. Brandschoon dan volgens de definitie van de Chinese dictatuur, uiteraard.    

Xi Jinping: covid bestaat niet  

Universiteiten dienen in beginsel de waarheid die Monique Knapen belangrijk vindt. Maar precies de academische waarheid heeft onder president Xi Jinping nogal wat te lijden. Een prominent voorbeeld daarvan is natuurlijk de coronapandemie, die in China ontstond. Het begon met Li Wenliang, de arts die het besmettelijke virus als eerste constateerde en ervoor waarschuwde. Hij werd echter monddood gemaakt door de Chinese autoriteiten.

Li Wenliang bezweek zelf aan covid in februari 2020 toen de epidemie inmiddels in China om zich heen greep. Er ontstond zowaar woede op het internet in China over het optreden door de Chinese autoriteiten. De Chinese censuur wist die publieke woede echter snel te onderdrukken. In een dictatuur is kritiek meestal niet lang geoorloofd.

Xi Jinping: covid bestaat wel en wij waren alert

De verspreiding van het Covidvirus in China Bron: commons.wikimedia.org

Chinese onderzoekers hadden inmiddels de verspreiding van het virus bevestigd. Diverse Chinese wetenschappers publiceerden daar vroeg in 2020 al artikelen over in tijdschriften. Veel van die artikelen werden echter snel weer teruggetrokken. Dat bleek op last van Chinese autoriteiten. Zo ging het ook met data over genetisch materiaal van wasbeerhonden die verhandeld waren op de markt in Wuhan. Deze gegevens waren cruciaal voor het bepalen van de oorzaak van de pandemie. Toch moesten Chinese onderzoekers die data op last van de censuur weer snel van het internet halen.

De censuur heeft de informatie over de ontwikkeling van het virus zelfs compleet herschreven. Het was in december 2019 onder Chinese onderzoekers al bekend dat het virus zich aan het verspreiden was. Dat was echter onwelgevallige informatie voor de Chinese autoriteiten omdat zij pas in 2020 reageerden op de verspreiding van het virus. Dus mocht in wetenschappelijke artikelen het begin van de epidemie niet langer in december 2019 worden gesitueerd. Alle artikelen die daar niet aan voldeden werden op last van Chinese autoriteiten teruggetrokken (zie hier het volledige verhaal).   

Is een Westerse hoogleraar in China medeplichtig?    

Dat de wetenschap en de universiteiten in China steeds meer onder de tucht van de communistische partij komen te staan, heb ik al eerder vastgesteld. Het gaat niet langer om vrijheid van denken, maar om het belang van de communistische partij. Dat dit de wetenschap op een zeker moment moet schaden, of nu al schaadt, lijkt mij duidelijk. Niet alle wetenschap staat onder druk, overigens. Sommige onderwerpen, bijvoorbeeld op het terrein van bio-medisch onderzoek, zijn kennelijk wel interessant voor China. Het is bekend dat in het buitenland werkende Chinese wetenschappers kennis daarover ongezien naar China overbrengen. Het is tamelijk duidelijk dat ze dat niet op eigen initiatief doen.

Hoeveel wil je van je ziel verkopen om de communistisch partij ter wille te zijn? Welke prijs wil je bijvoorbeeld betalen om als westerling hoogleraar in China te zijn? Ben je dan ook medeverantwoordelijk voor de censuur in de kunst en wetenschap en voor de schending van de mensenrechten in Xinjiang?  Deze vraag was, wat mij betreft, relevant voor een tweede panellid, namelijk Frans Greidanus. Hij was 7,5 jaar topman voor Philips in China. Sinds 2014 is hij hoogleraar aan de Chinese Zhejiang University.

Frans Greidanus: de situatie in Xinjiang is ingewikkeld

Wat vindt Greidanus van de toenemende censuur die ook de wetenschap treft? Wat doet hij daaraan als wetenschapper in China? Kaart hij dit aan? Uit zijn LinkedIn-pagina blijkt dat hij zowel artikelen die kritisch zijn over China als artikelen die de dialoog met China open willen houden, interessant vindt. Een merkwaardige opinie van hemzelf blijkt uit dit interview met hem over het verbreken van de vriendschapsband tussen Eindhoven en Nanjing. Eindhoven verbrak die band wegens de behandeling van de Oeigoeren in Xinjiang. Greidanus heeft kritiek op die beslissing. De situatie in Xinjiang is heel ingewikkeld en moeilijk vanuit Nederland te beoordelen, zegt hij. Bovendien is het verbreken van de stedenband wel heel wrang voor de bewoners van Nanjing, want zij hebben te lijden gehad van het Bloedbad van Nanjing. Kortom, de mensenrechtensituatie in Xinjiang valt misschien nog wel mee, aldus Greidanus, terwijl wat de Japanners 85 jaar geleden deden met Nanjing veel erger is.

Dit soort relativeringen van schendingen van mensenrechten vind ik moeilijk te verteren. Ik interpreteer het als een verkapte vorm van zelfrechtvaardiging: “ik werk dan wel in de Chinese dictatuur, maar zo slecht is de situatie niet”. Maar Greidanus weet natuurlijk wel beter. De situatie in Xinjiang is namelijk helemaal niet ingewikkeld. De Chinese overheid maakt zich in Xinjiang schuldig aan misdaden tegen de menselijkheid. Dat blijkt uit dit rapport van de VN. Oeigoeren worden willekeurig gevangen genomen, er zijn martelingen, gedwongen arbeid, enzovoorts.

Tot slot

Ik hoop van harte dat de bewoners van Nanjing geen trauma meer hebben van het bloedbad uit 1937. Maar de bevolking van Xinjiang krijgt dagelijks nieuwe trauma’s te verwerken. Ik ben er niet van overtuigd dat een dialoog met de dictatuur China de mensenrechtensituatie in Xinjiang zal verbeteren. Het zal Xi Jinping er ook niet van weerhouden op een kwade dag een ‘speciale militaire operatie’ tegen Taiwan te beginnen.          


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.