Carolina de Weerth was als jong onderzoeker door de hoogleraar Frans Plooij ingehuurd om zijn zogeheten sprongentheorie over de ontwikkeling van het hele jonge kind empirisch te bevestigen. Ze deed het omgekeerde, ze liet zien dat ieder kind haar eigen weg ging. Vreemd dat ze zelf als gearriveerde onderzoeker wel allerlei theorieën over het jonge kind en haar ouders poneerde.

Zelf kinderen krijgen

De eerste 36 jaar van mijn leven had ik het vooral te druk met mezelf om ook maar aan een eigen kind te kunnen denken. In mijn 37e levensjaar was het zo ver: er kon geen toekomst zijn zonder kinderen. Een jaar later werd onze oudste dochter geboren. Het voelde alsof ik een klein kameraadje had gekregen dat er direct bij hoorde. Dat ik dat samen met mijn echtgenote voor elkaar had gekregen, het was een godswonder. Misschien hadden wij heel veel geluk met onze eerste dochter (en ook met de volgende twee), maar alles liep op rolletjes: zij sliep goed, zij at goed, de borstvoeding liep goed en werd langzaam afgebouwd, zodat ik vanaf een zeker moment mijn dochter ’s avonds na 11 uur de fles mocht geven. Mijn vrouw sliep dan al, zodat ik met mijn dochter ongestoord de laatste wereldgebeurtenissen via de BBC of de NOS kon bespreken. Het consultatiebureau was het overigens helemaal niet eens met die nachtfles, maar ik liet mij dat gelukzalige einde van de dag voorlopig niet afnemen. Wij trokken ons weinig aan van voedsel- of opvoedadvies.

De lessen van Dr. Spock

Wij geloofden niet in opvoedboeken. Hoe kun je immers weten welke opvoedmethode tot het ‘beste resultaat’ leidt? Mensen zijn geen machines waarvan je precies weet wat er gebeurt als je op knopje A, B of C drukt. Ofte wel, er zijn geen wetmatigheden bij individueel menselijk (baby) gedrag. Wij kregen als kraamgeschenk bij de geboorte van onze oudste dochter het beroemde opvoedboek van Dr. Spock cadeau; maar wij hebben het nooit ingekeken. Nu ik echter de samenvatting van zijn opvattingen lees, lijkt het alsof wij een deel van zijn adviezen onbewust wel opvolgden. Je moest als ouder vooral laten merken dat je van je kind hield. Kinderen mochten geknuffeld worden en Spock raadde ouders aan te genieten van hun kind.    

Professor Frans Plooij geloofde wel in wetmatigheden

Professor Plooij zag wel een wetmatigheid bij de ontwikkeling van baby’s. Hij beweerde ontdekt hebben dat de ontwikkeling van kinderen sprongsgewijs en volgens een vast stramien zou verlopen. Rond iedere sprong zou de baby van slag moeten zijn juist door die sprong. Hij had dit resultaat in een populair boekje Oei, ik groei neergelegd, dat verscheen rond de tijd dat ik mijn eerste dochter de avondfles mocht geven. Ik kende het boekje toen niet, maar het wordt nog steeds uitgebracht en Plooij gelooft nog steeds heilig in zijn theorie. In deze video vertelt hij dat de door hem ontdekte sprongen in feite al 70 miljoen jaar in de evolutie een rol spelen (dus zijn theorie is waar). Als je als ouder op de juiste wijze weet te reageren tijdens een sprong van je baby, heeft dat een gunstig effect op de ontwikkeling van je kind en word je als ouder veel zelfverzekerder bij de opvoeding van je baby.

Carolina de Weerth vond eerst geen wetmatigheden in ontwikkeling kind…

Carolina de Weerth is hoogleraar psychobiologie van de vroege ontwikkeling in Nijmegen. Dit is wat De Weerth in 1998 zei over de ontwikkeling van hele jonge kinderen: “Wat ik van mijn onderzoek vooral heb geleerd, is dat alle kinderen zich in een eigen tempo en op hun eigen manier ontwikkelen. Als er al een algemene trend is, is het dat alle baby’s rond hun eerste verjaardag minder gaan huilen.”

Bron: ru.nl

Ze zei dit, aan het begin van haar carrière, nadat ze in een hooglopend conflict met haar beoogde promotor Frans Plooij terecht was gekomen. Het was de bedoeling dat De Weerth de sprongentheorie van Plooij met empirisch onderzoek zou bevestigen. Het tegendeel gebeurde. De Weerth vond in een onderzoek met vier (ja echt: vier) echtparen geen steun voor deze theorie. Plooij was not amused. Uiteraard niet, want niet want hij leed aan een grote mate van confirmation bias: zijn theorie was immers waar en hoefde alleen nog maar bevestigd te worden. Toen zij een artikel over haar bevindingen wilde publiceren, gaf Plooij een persbericht uit waarin hij zich laatdunkend uitliet over De Weerth en haar artikel. Hij had zijn macht en aanzien overschat: Plooij dolf het onderspit en werd ontslagen als hoogleraar.

Carolina de Weerth vond toch wetmatigheden

Nu is De Weerth dus zelf hoogleraar en een zeer actief en gevierd onderzoeker naar de ontwikkeling van heel jonge kinderen. Ze krijgt nu al een aantal jaren veel publiciteit met opzienbarende resultaten, zoals dat als een zwangere vrouw veel stress ervaart, haar kind in het eerste levensjaar meer gezondheidsproblemen zal kennen. Of: “baby’s die in een andere kamer dan die van hun ouders slapen, hebben een hoger stressniveau tijdens het in bad gaan dan kinderen die op de kamer van hun ouders slapen” (geciteerd van een vroegere onderzoekwebsite van haar onderzoekgroep). Het verbazingwekkende van dit soort resultaten is dat het zo in strijd lijkt te zijn met wat ze als jonge onderzoeker meende, namelijk dat kinderen zich op hun eigen manier ontwikkelen.

Frans Plooij blijft groeien

Plooij echter blijkt zich, ondanks zijn ontslag, niet in een hoekje terug getrokken te hebben. Zijn boekje Oei, ik groei, gebaseerd op zijn sprongentheorie, beleeft druk na druk en hij laat niet na te benadrukken hoe ‘waar’ zijn sprongentheorie is. In 2018 was er weer een nieuwe druk en de NRC berichtte er over. De journalist van dienst bekritiseerde de theorie van Plooij. Ook Carolina de Weerth werd om haar mening gevraagd. Ze had kunnen weigeren aan dit artikel mee te werken, maar ze kon niet nalaten te beweren dat ze ook na 1997 geen bewijs heeft gezien van de theorie van Plooij. “Er zijn heel veel verschillende redenen waarom een baby hangerig of huilerig is”, zegt ze. “Ieder kind is anders, iedere ouder ook.” Ze zegt verder weinig waarde te hechten aan opvoedboeken. Oei, ik groei is natuurlijk een opvoedboek. Met deze opmerking gaf de hooggeleerde De Weerth de voormalig hooggeleerde Plooij dus een flinke trap na.

Is De Weerth een Plooij-kloon?

Was het verstandig en integer dat Professor De Weerth in 2018 meewerkte aan een vernietigende recensie van Oei, ik groei?. Ze heeft immers de afgelopen twintig jaar zelf ook allerlei Oei, ik groei-achtige onderzoekresultaten op haar naam staan. Haar opmerking in die recensie “Ieder kind is anders, iedere ouder ook”, lijkt daar nogal mee in strijd. Net als haar gevallen leermeester is ze er op uit ‘wetmatigheden’ in het gedrag van baby’s en hun ouders vast te stellen en dat lukt haar voortdurend. Zij vindt die wetmatigheden steeds met junior-onderzoekers die ze kennelijk beter in de hand heeft dan haar ex-begeleider Plooij haarzelf in de hand hield. De voorlopig laatste wetmatigheid in deze serie werd in 2018 gemeld, opvallend genoeg rond de tijd dat ze meehielp Frans Plooij in de NRC een kopje kleiner te maken. De wetmatigheid was “mannen met verhoogd stresshormoon zijn minder sensitief naar hun baby”, zoals een persbericht van de Universiteit Utrecht trots meldde. Mannen die stress ervaren als hun baby huilt, zorgen minder goed voor hun kind, was dus de boodschap.

Carolina de Weerth lijdt aan confirmation bias (net als Plooij)

Wat mij betreft, was dat typisch een Oei-ik-groei-tje. Laten we de oorspronkelijke bron er maar eens op naslaan, namelijk een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Psychoneuroendocrinology. Dit artikel begint als volgt (mijn vertaling): “(…) als de ouderlijke zorg voor een kind ongevoelig (‘insensitive’) is, verhoogt dat de kans op allerlei vormen van psychische aandoeningen bij het kind”. Wanneer is de zorg ‘ongevoelig’? Als de ‘getrainde’ waarnemers van De Weerth het goede vinkje gezet hebben (zie het plaatje hiernaast).

Dat lijkt me te simpel. Als het zo eenvoudig is de gevoeligheid van ouders voor hun baby vast te stellen, zouden de kosten voor de jeugdhulp niet zo uit de hand lopen. De Weerth, c.s., meten die gevoeligheid van ouders door hen te filmen tijdens een 15 minuten durend experiment waarin de ouders de luier van hun baby moeten verschonen. Wordt dan in extenso het gedrag van de ouders beschreven in het paper, zodat we weten wie wel en wie niet gevoelig is naar hun baby? Nou, nee.

Het gedrag van de ouders ten opzichte van hun baby wordt na afloop met behulp van de video gewaardeerd op een 9-punts schaal variërend van “zeer ongevoelig” tot “zeer gevoelig”. Als je als onderzoeker er uit wilt krijgen dat vaders die veel last van stress hebben door hun baby minder gevoelig zijn naar hun baby, geef je deze vaders een lage waardering. Dat wisten de onderzoekers zelf ook natuurlijk en om objectiviteit te garanderen, werd het waarderen van de video’s niet door de onderzoekers zelf gedaan, maar door “getrainde waarnemers” die niet wisten voor welk doel hun waarnemingen gebruikt zouden worden. Deze procedure roept direct allerlei vragen op. Hoe weten we zeker dat de waarnemers niet door De Weerth c.s. geïnstrueerd waren? En, hoe kun je mensen leren een filmpje van 15 minuten te beoordelen? Kun je uit een artificieel experiment van 15 minuten wel concluderen hoe gevoelig een ouder voor zijn baby is? Beoordelen alle waarnemers de filmpjes op dezelfde wijze? De lezer wordt over dit soort vragen niet geïnformeerd. Hij of zij moet het doen met de schaarse informatie die in het plaatje staat.

Conclusie

Is er dan fraude gepleegd? Dat valt hier niet uit te concluderen, maar wat wel zeker is, is dat dit experiment geen objectieve wetenschap voorstelt. Wel veel confirmation bias, waar de door haar verfoeide en vernederde ex-promotor Fans Plooij ook zo veel last van had. Carolina de Weerth had hem beter in het NRC-interview geen trap na kunnen geven. Die trap was niet zo integer.

Uitgelichte afbeelding door: Nick Olson op Unsplash