Het onderwerp bestaanszekerheid, of eigenlijk armoede is hot. Volgens de commissie Sociaal Minimum (SM) leven ruim 500 duizend huishoudens in armoede. Dat zegt zij mede op gezag van het Nibud en zijn directeur Arjan Vliegenthart die dat allemaal hebben uitgerekend.

Met de Tweede Kamerverkiezingen in aantocht wil geen enkele politieke partij arme kiezersgroepen in de kou laten staan. Dat bleek wel uit het RTL-verkiezingsdebat van 5 november jl. De drie uitgenodigde lijsttrekkers (Dilan Yesilköz, VVD, Frans Timmermans, GL-PvdA en Pieter Omtzigt, NSC), wilden allemaal iets doen aan armoede, maar natuurlijk alle drie iets anders.   

Er is echter iets vreemds aan de hand met de berekening van de armoedegrens in Nederland. Dat blijkt uit het rapport van de net genoemde commissie SM, waar wij het al een paar keer over gehad hebben. Die commissie was ingesteld om nieuwe normen voor het bestaansminimum vast te leggen. Dat deed zij door te berekenen hoe hoog de minimaal noodzakelijke uitgaven voor een gezin zijn aan huur, elektriciteit, voeding, kleding, enzovoorts. De bedragen zijn volgens de commissie gebaseerd “op realistische aannames over noodzakelijkheid, kwantiteit, kwaliteit en prijs.” Boven op het totaalbedrag aan noodzakelijke uitgaven wordt nog een opslag bijgeteld zodat een gezin bij onverwachte tegenvallers niet direct in grote schulden terechtkomt. Het dan resulterende bedrag is de armoedegrens.

De armoedegrens wordt bepaald door het Nibud

Bron: nibud.nl

De Commissie heeft die berekeningen niet zelf gedaan. Zij baseerde zich op de zogenaamde minimumvoorbeeldbegrotingen van het Nibud. Kijken we ter illustratie alleen naar het laagste en het hoogste normbudget. Het laagste normbudget geldt voor een alleenstaande zonder kinderen en bedraagt 21.360 euro per jaar. Het hoogste normbudget is voor een ouderpaar met drie kinderen en bedraagt 44.712 euro per jaar.

Deze bedragen zijn ver boven de netto bijstand die voor een alleenstaande gelijk is aan 14.352 euro en voor een paar 20.496 euro per jaar. Daarbovenop komen dan nog de toeslagen die het totaal besteedbaar inkomen voor een alleenstaande op 18.816 euro brengt en voor een ouderpaar met drie kinderen op 35.376 per jaar. De conclusie is dus dat de netto bijstand inclusief toeslagen onvoldoende is om de door de commissie SM noodzakelijk geachte uitgaven mee te kunnen betalen.

Worden de armen dan niet te rijk?

Dat deze uitkomsten vreemd zijn blijkt als we ze vergelijken met het besteedbaar inkomen van huishoudens met loon als voornaamste inkomensbron (we noemen ze ‘werkende’ huishoudens). Van de werkende huishoudens heeft 10 procent een lager besteedbaar inkomen dan 21.360 euro. Dat zijn 410 duizend huishoudens. De alleenstaanden in de bijstand – dat zijn er 300.000 – moeten volgens de commissie SM dus meer te besteden hebben dan 410 duizend werkende huishoudens. Verder blijkt dat 44 procent van de werkende huishoudens een lager besteedbaar inkomen heeft dan 44.000 euro. Dat zijn ruim 1,7 miljoen huishoudens (zie CBS voor de genoemde cijfers). Dat betekent dat de ouderparen in de bijstand met drie kinderen – dat zijn er overigens volgens het CBS minder dan 10 duizend – volgens de commissie SM meer moeten kunnen besteden dan deze werkende huishoudens.

Dit leidt natuurlijk tot een vraag die we al eerder gesteld hebben. Dat is namelijk hoe het kan dat een groot deel van de werkende huishoudens minder verdient dan wat de commissie SM, alias het Nibud, als de armoedegrens beschouwt? Er kunnen twee dingen aan de hand zijn. Of een groot deel van de werkende bevolking wordt in Nederland onderbetaald. Of het armoedecriterium dat de commissie Sociaal Minimum hanteert is aan de ruime kant.

Toeslagen lossen de armoede niet op

Er moet wel bij gezegd worden dat het CBS bij het bepalen van de verdeling van het besteedbaar inkomen geen rekening houdt met toeslagen. Maar als je naar toeslagen in Nederland kijkt, dan zie je dat het heel lastig is om huishoudens met behulp van toeslagen naar een besteedbaar bedrag van 40 duizend euro te brengen. Veel toeslagen beginnen vanaf 30 duizend euro inkomen ‘af te bouwen’, dat wil zeggen naar nul te gaan. Sommige toeslagen gaan heel snel naar nul, met name de huurtoeslag en de zorgtoeslag. Andere toeslagen gaan langzamer naar nul, zoals het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag.

Hoe dan ook. Je kunt proberen de kleine groep huishoudens in de bijstand met drie kinderen naar een besteedbaar bedrag van 44 duizend euro te brengen. Dat kan door het verhogen van de uitkeringen. Dat is een dure maatregel en komt ook ten goede aan mensen die niet arm zijn. Maar het is ook mogelijk de toeslagen aan te passen. Dat kan door of de zogenaamde afbouwpunten – dat is het inkomen waar de toeslagen beginnen te dalen, ruwweg zo’n 30 duizend euro – te verhogen of de afbouwsnelheid aanzienlijk omlaag te brengen. De nadelen daarvan zijn evident. Om er maar één te noemen: ook dan krijgen veel mensen die niet arm zijn meer inkomen uit toeslagen.

Als je de armen zo rijk wil maken als het Nibud voorstelt via het toeslagenstelsel, dan moet dat stelsel nog verder uitgebreid worden. Is dat wat we willen: de armen zo rijk maken door het toeslagenstelsel dat niemand eigenlijk wil handhaven – zie mijn blog hierover en zie ook het rapport van het Instituut voor Publieke Economie – nog verder op te blazen? Heeft het Nibud daar misschien een politiek belang bij?

Arjan Vliegenthart als lid Eerste Kamer

Laten we eens kijken naar Arjan Vliegenthart (1979), de directeur van het Nibud. Hij is SP-politicus die voor die partij in de Eerste Kamer heeft gezeten en wethouder is geweest in Amsterdam. Eén keer heb ik hem ontmoet. Die ontmoeting is mij zeer bijgebleven. Hij behoort tot dat zeldzame soort mensen dat een missie heeft en dat met veel enthousiasme en overtuigingskracht op anderen weet over te brengen.

Wat hij wil, blijkt uit zijn politieke activiteiten. Zo heeft hij in de Eerste Kamer een groot aantal moties (mede)ondertekend. Deze motie was wel het meest opvallende:

“overwegende, dat gezien de financiële opgave waar Nederland voor staat, de grootste bijdrage om de pijn van de noodzakelijke bezuinigingen om de overheidsfinanciën weer op orde te brengen, het beste gedragen kan worden door de hoogste inkomens en dat dit bewerkstelligd kan worden via aanpassingen van heffingskortingen;

verzoekt de regering de gewenste verkleining tussen hoge en lage inkomens te bewerkstelligen;”

eerstekamer.nl

Armen mogen rijk worden en rijken moeten armer worden, zo lees ik dat. Deze motie werd overigens verworpen.

Arjan Vliegenthart als wethouder in Amsterdam

Als wethouder in Amsterdam was hij verantwoordelijk voor de portefeuille Werk, Inkomen, Participatie en Armoede. In 2017 ging hij in de krant in debat over armoedebeleid met wethouder Maarten Struijvenberg, Leefbaar Rotterdam. Struijvenberg had eenzelfde soort portefeuille als Vliegenthart. In Rotterdam heette dat toen echter Werkgelegenheid en Economie. Struijvenberg zei over mensen in armoede:

“Het probleem is niet hoeveel geld je binnenkrijgt, maar hoeveel je uitgeeft. De meeste mensen met schulden geven te veel uit. Daar kan de schuldsanering bij helpen. Wie er na zo’n traject nog steeds een potje van maakt en daardoor bewust weer in de problemen komt, moet zelf maar een oplossing bedenken.”

De Volkskrant, 30 september 2017
Arjan Vliegenthart, 2012
Bron: commons.wikimedia.org

waarop Vliegenthart antwoordde:

“(…) soms doen mensen inderdaad rare dingen. Het probleem is alleen dat ze dat niet zelf meer kunnen oplossen, omdat boete op boete wordt gestapeld. Ik vind het onverteerbaar om dan te zeggen: eigen schuld. Armoede betekent ook dat je geen buffer kan opbouwen voor tegenslagen.”

De Volkskrant, 30 september 2017

Arjan Vliegenthart pampert de armen

De benadering van armoede door Vliegenthart zouden we pamperen van de minima kunnen noemen. Dat is wel de huidige trend, zo lijkt het. Struijvenberg gaat echter liever uit van de inbreng van de mensen zelf. Interessant is ook wat Struijvenberg zei over de Nibudnormen:

“Ik heb de Nibudnormen erbij gehaald (…). Voor tien huishoudtypen heb ik gekeken: vallen ze in Rotterdam binnen de norm of niet? Bij één type bleken mensen er 17 euro onder te zitten. Dat gat heb ik gerepareerd. Ik probeer op orde te brengen wat op orde moet zijn. Ik voer geen armoedig beleid.”

De Volkskrant, 30 september 2017

Oftewel, in 2017 was de Nibudnorm nog dicht bij de uitkering die de minima ontvingen. Inmiddels is dat al lang niet meer zo, kennelijk. Daar moet Arjan Vliegenthart als directeur van het Nibud direct of indirect een rol bij hebben gespeeld.

In ieder geval is zijn politieke activisme nog springlevend. Dit zei hij vlak na de val van het kabinet Rutte IV:

“De Tweede Kamer moet zelf in actie komen en de armoede aanpakken, want het is onduidelijk of het demissionair kabinet daar nog wel toe in staat is.”

 Trouw, 24 juli 2023

Dat bleek dan wel weer mee te vallen. Het demissionaire deed best wel wat voor de arme gezinnen met kinderen, zo zei hij op de televisie. Maar het onderliggende vraagstuk, wat heb je nu nodig om rond te komen, is nog lang niet opgelost, merkte hij op. De basis zal echt omhoog getrokken moeten worden. Dit was ook een van de grote aanbevelingen van de commissie SM. Hier deed hij net alsof hij niet zelf de hand had gehad in die aanbevelingen door die zeer genereuze budgetberekeningen van zijn Nibud. Misschien is het goed ook nog eens Maarten Struijvenberg te citeren:

“Mensen in de bijstand konden in Rotterdam een vergoeding krijgen voor woninginrichting. Weet je hoeveel je kon krijgen voor een nieuwe bank? 1.100 euro! Daar word ik ziedend van! De meeste mensen met een vaste baan hebben niet eens zo’n dure bank. Als je weinig geld hebt, koop je er toch eentje voor 150 euro op Marktplaats of bij Leen Bakker?”

De Volkskrant, 30 september 2017

Via Vliegenthart heeft de SP invloed op het beleid

Arjan Vliegenthart heeft natuurlijk geen boodschap aan deze uitspraak van Struijvenberg. De budgetberekeningen van het Nibud zullen wel in de geest van zijn partij, de SP, blijven. Lees daarvoor het verkiezingsprogramma van de SP, bovenaan blz. 8. Het is alsof je Vliegenthart hoort. De SP staat er in de opiniepeilingen overigens niet erg florissant bij. Het moet een troost voor de partij zijn dat zij in ieder geval via haar voormalig Kamerlid en wethouder Vliegenthart nog een flinke invloed op het landelijke armoedebeleid heeft.


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.