Ik ben een ouderwetse krantenlezer en ik kijk niet naar talkshows. Tenzij ik er iets van lees in de krant dat mijn interesse wekt. Dus inderdaad, op 31 augustus las ik in De Volkskrant dat het programma Khalid en Sophie aandacht had besteed aan het ‘asielprobleem’. Olcay Gulsen merkte in het programma op dat ‘burgers’ problemen met asielzoekers hebben. Deze boze burgers noemen vluchtelingen gelukszoekers, die uit zijn op hun huizen, banen en zwemlessen. Gulsen vindt dat echter geen uiting van racisme, maar het komt omdat burgers ongeïnformeerd zijn.

De media zouden deze mensen moeten informeren, vond ze, in plaats van opruiende clickbaitkoppen te verspreiden. Dan zal iedereen in Nederland de vluchteling hartelijk verwelkomen en in huis nemen.

Leo Lucassen gaat de ‘goede’ informatie geven

Kijk, dat lijkt de nieuwe trend te zijn. Niet direct zeggen dat de boze burger racist is. De burger is boos op asielzoekers, maar hij is onwetend. Er is hem nooit goed uitgelegd wat er aan de hand is. Ook de onvermijdelijke Leo Lucassen mengt zich in dit koor. Als je de burger de goede informatie geeft, zal hij/zij inzien dat veel van de angsten onterecht of overdreven zijn. Dit schrijft hij in de Volkskrant: “In het geval van het huidige asielopvangschandaal betekent dit dat je om te beginnen moet uitleggen dat we gebonden zijn aan een internationaal verdrag dat ons verplicht aanvragen van asielzoekers serieus te beoordelen en deze mensen fatsoenlijk te behandelen.”

Poetin en Orban Bron: kremlin.ru

Over Lucassen valt heel wat te melden wat (niet) adequate informatie over het asielprobleem betreft (zie hier en hier). Maar in de hier geciteerde zin staat geen enkele onwaarheid. Al kun je je, ten eerste, afvragen of staten eigenlijk wel geneigd zijn zich aan internationale verdragen te houden (zie Poetin en Orban). Ten tweede zijn internationale verdragen vrijwel altijd op diverse manieren uit te leggen. Het gevolg is dat die verdragen dan alsnog niet tot veel verplichten (zie opnieuw Poetin en Orban).

De meeste Nederlanders willen vluchtelingen opvangen

Volgens een onderzoek van het CBS uit 2018 vindt 77 procent van de Nederlanders dat Nederland vluchtelingen moet opvangen die door oorlog of vervolging hun land zijn ontvlucht. Over het algemeen staan mannen, laagopgeleiden, mensen met een Nederlandse achtergrond en inwoners van minder verstedelijkte gemeenten minder positief tegenover vluchtelingen dan vrouwen, hoogopgeleiden, mensen met een niet-westerse migratieachtergrond en inwoners van meer verstedelijkte gemeenten.

Ik zit kennelijk in twee elkaar uitsluitende groepen: ik ben man met een Nederlandse achtergrond en sta dus minder positief tegen over vluchtelingen dan in mijn rol van een hoogopgeleide inwoner van een verstedelijkte gemeente. Als lid van die laatste groep weet ik dat asielzoekerscentra (azc’s) zelden bij mijn groep in de buurt worden geplaatst, maar bij voorkeur op plaatsen waar de eerste groep zich ophoudt. Het is dan nogal makkelijk voor de opvang van vluchtelingen te zijn. De ellende van de opvang wordt keurig buiten de rijkere wijken gehouden.

Asielzoekerscentra geven geen overlast (heus niet)

Dit roept direct de vraag op of goede informatie de 77 procent of de 23 procent zal doen dalen. Lucassen zal direct zeggen, dat de 23 procent gaat dalen, want de azc’s zorgen helemaal niet voor overlast. Voor het bewijs van deze stelling heeft hij één (1!!!) waarneming. Ik heb er ook één die precies het tegenovergestelde laat zien, namelijk uiteraard Ter Apel. OK, ik heb er nog zo één, en nog één. Als je als niet-geïnformeerde burger even zoekt, vind je genoeg azc’s die overlast veroorzaken.

Overlast door asielzoekers beperkt zich overigens niet tot de azc’s. Later als zij officieel Nederlanders met een migratieachtergrond zijn geworden, kunnen sommigen van hen een groot probleem worden. Dat kan betrekking hebben op de Nederlandse schatkist, maar ook op de veiligheidssituatie in Nederland. Het voorbeeld van Zweden waar we hieronder op terugkomen is wat dat betreft niet opwekkend.

Hoeveel veiligelanders zijn er eigenlijk?  

Nog een interessant gegeven uit het artikel van Lucassen. Hij schrijft dat ongeveer 75 procent van de asielzoekers een verblijfsstatus krijgt. Ongeveer 25 procent krijgt die status dus niet. Ongeveer in dezelfde adem schrijft hij dat dat het aantal asielzoekers uit zogenaamde ‘veilige landen’, die nauwelijks kans hebben op een verblijfsstatus, en waarvan een deel zich schuldig maakt aan criminaliteit, hooguit 5 procent van het totaal bedraagt.

Waar hij die cijfers vandaan haalt, vermeldt hij niet. Hij maakt er geen gewoonte van om in zijn opiniestukken bronnen te noemen. Maar laten we hem op zijn woord geloven. Van de asielzoekers krijgt 25 procent geen verblijfsstatus en deze asielzoekers moeten dan dus uit een veilig land afkomstig zijn. Maar dat percentage zou hooguit 5 zijn. Zijn die overige 20 procent dan niet crimineel? Hoe weet hij dat dan? En dan nog: die 75 procent die een status krijgen, kunnen we daarvan verwachten dat die allemaal brave Nederlanders gaan worden?

Volgens Lucassen is het aantal asielzoekers beheersbaar

Beheersbare stroom? Bron: pixabay.com

Nog een quote van Lucassen: “Wat burgers vaak ook niet weten, is dat de aantallen asielzoekers in de laatste dertig jaar redelijk beheersbaar zijn en geen structureel opwaartse trend kennen. Verreweg de meesten kwamen er in de jaren negentig (gemiddeld zo’n 35 duizend per jaar), waarna het in het eerste decennium van deze eeuw sterk terugliep naar 15 duizend per jaar, om in de jaren tien, met 2015 als uitschieter, terug te veren naar 25 duizend.”

Met deze cijfers is ook niets mis. Behalve dan dat er na 2020 (coronapandemie) weer een stijging in het aantal asielzoekers valt waar te nemen. Ik zet de gegevens vanaf 2013 tot medio augustus 2022 even op een rijtje (bron: cijfers inclusief nareizigers van het CBS  en voor juli en augustus 2022 aangevuld met schattingen van de rijksoverheid):

Nederland vangt in EU gemiddeld minder asielzoekers op

Neem het aantal asielzoekers voor dit jaar. Dat staat tot half augustus op ruim 19.000. Vanaf begin juli komen er echter ongeveer 1000 asielzoekers per week aan. Als dat in de rest van het jaar met dezelfde aantallen doorgaat, komen we uit op ongeveer 40.000 asielzoekers over 2022. Wat zegt Lucassen: “Het idee dat het [aantal asielzoekers] ons over de schoenen loopt en het om een aanzwellende en oncontroleerbare ‘stroom’ gaat, klopt dus eenvoudigweg niet. Bovendien lag het aantal asielzoekers in Nederland per 100 duizend inwoners in de periode 2011-2020 onder het Europees gemiddelde.”

Toen vluchtelingen nog welkom waren
Bron: nl.wikipedia.org

Kijk, zowaar Lucassen verwijst – waarschijnlijk voor het eerste van zijn leven – naar cijfers van Eurostat. Die cijfers had hij eerder in De Volkskrant  nog nattevingerwerk van de Europese Commissie genoemd. Dat vindt hij kennelijk niet meer. 

Is een toestroom van 40.000 asielzoekers beheersbaar? We weten natuurlijk niet wat de oorzaak is van de plotseling hoge toestroom van asielzoekers in de zomer van 2022. Het zou best eens zo kunnen zijn dat Nederland ontdekt is als Walhalla voor asielzoekers. Als dat zo is, is dit nog maar een begin. Het instroomcijfer van 2015 zou dan maatgevend kunnen worden voor de komende jaren. En bedenk ook dat je iedere asielzoeker die een verblijfsstatus krijgt met gemiddeld minsten twee moet vermenigvuldigen. Er volgt namelijk vaak nog een gezinshereniging waar recent ook veel over te doen was.   

In Duitsland heerst “wir schaffen das”

Angela Merkel
Bron: commons.wikimedia.org

Maar laten we nog eens naar Duitsland kijken. Dat land werkte al langer als een magneet voor asielzoekers. Kennelijk onder invloed van het “Wir schaffen das” van Angela Merkel is Duitsland een land geworden dat een hoge continue instroom van asielzoekers kent. In 2021 kwamen er, volgens gegevens van Eurostat, in Duitsland 1,78 asielzoekers per 100.000 inwoners het land binnen. In Nederland was dat 0,7 asielzoeker per 100.000 inwoners. Dat Nederland onder het Europese gemiddelde zat in de periode 2011-2020 komt voor een groot deel omdat Duitsland – en soms ook Zweden – ver boven dat gemiddelde zat.

Dat was vooral in 2015 het geval. Zweden bijvoorbeeld liet tijdens de vluchtelingencrisis in 2015 vier keer zoveel asielzoekers toe als Nederland. Zijn Zweden en Duitsland daarmee voorbeeldlanden voor Nederland, zoals Lucassen schijnt te suggereren?

Zweden is geen lichtend voorbeeld

Neem Zweden. Onlangs stond er een stuk over misdaadbendes in dat land in De Volkskrant. Nergens in Europa zijn er zoveel dodelijke schietpartijen als daar. De slachtoffers zijn meestal mannelijke twintigers met een migratieachtergrond. Ze behoren tot criminele groepen die onderling ruzies uitvechten. In het artikel wordt als voorbeeld de lotgevallen van vrienden van Somalische afkomst beschreven. Ze hebben thuis en op school problemen en als kinderen van migranten voelen ze zich niet verbonden met de Zweedse samenleving. Veel van hen verlaten de school zonder diploma en maken nauwelijks kans op de arbeidsmarkt. Ze kunnen echter redelijk leven van hun uitkering. Maar geld verdienen met drugs is nog eenvoudiger. Dus glijden ze af naar de (drugs)criminaliteit om daarna een grote kans te maken door een rivaliserende bende vermoord te worden.

Zweden met zijn uitgebouwde verzorgingsstaat en genereuze opstelling tegenover vluchtelingen wordt wel eens als voorbeeld genoemd voor minder genereuze landen. Die genereuze houding van Zweden is echter kennelijk geen garantie voor een succesvolle integratie van vluchtelingen. Het voorbeeld van Zweden is daarom vooral een waarschuwing.

Ook in Nederland zijn veel mensen met een verblijfsstatus uit de Hoorn van Afrika, waar Somalië onder valt. De uitkeringsafhankelijkheid van migranten uit de Hoorn van Afrika is al decennialang hoog. Meer dan 70 procent van hen is afhankelijk van een uitkering (zie hier, blz. 22) en daarin komt dus geen verbetering.  

Lucassen toont niet aan dat er geen verdringing is op de sociale-woningmarkt

Dan, tenslotte de vraag of asielzoekers de huizen van Nederlandse woningzoekenden ‘ínpikken’. Volgens Lucassen moet duidelijk gemaakt worden dat slechts 10 procent van alle vrijkomende sociale huurwoningen naar asielzoekers met een verblijfsstatus gaat.

Die bewering van Lucassen kan waar zijn. Maar de vraag waar het hier om gaat is de volgende. Alle statushouders hebben een wettelijk recht op een sociale huurwoning. Dus, in beginsel krijgt 100 procent van de statushouders een sociale-huurwoning toegewezen zolang er voldoende aanbod is. De vraag is nu, hoeveel van de Nederlandse woningzoekenden vinden een sociale-huurwoning binnen een redelijke termijn – zeg drie maanden. Dat zal vast geen 100 procent zijn.

Stel dat het 50 procent is en stel ook dat het 100 procent zou zijn als de statushouders geen voorrang krijgen bij de sociale woningen. Dan mogen we zeker van verdringing van Nederlandse woningzoekenden door statushouders spreken. Helaas wordt dat soort cijfers niet gegeven. Ook niet door Lucassen.

Kortom,

als ik een boze burger zou zijn, maakt de informatie die Lucassen geeft over het asielprobleem, mij alleen maar bozer. Die informatie is op zijn best onvolledig en nietszeggend. Lucassen helpt het echte debat over het asielprobleem niet vooruit.  


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.